De kegel – deel III
Stel je voor dat dit gluiperige monster met zijn chagrijnige smoel wel degelijk iets doorhad? Een lang moment vreesde Raut werkelijk voor zijn leven, maar hij dwong zichzelf rationeel te blijven en de angst ebde weg. Tenslotte had Horrocks misschien helemaal niets opgevangen. Hoe het ook zij, hij had hem op tijd van de spoorbaan getrokken. Zijn vreemde gedrag kwam wellicht louter voort uit een vaag gevoel van jaloezie waarvan hij al eerder blijk had gegeven. Hij had het nu over de ashopen en het kanaal. ‘En?’ vroeg Horrocks. ‘Wat? Nou en of!’ zei Raut. ‘Die nevel in het maanlicht. Mooi!’ ‘Ons kanaal,’ zei Horrocks, en hij hield zijn pas in. ‘Ons kanaal bij maanlicht en de gloed van de vlammen geeft een heel mooi effect. Nooit aanschouwd? Niet te geloven! U brengt te veel van uw avonden op vrijersvoeten door daar in Newcastle. Ik zal u zeggen, voor echt … lees meer