Avond
Een chauffeur opent de deur
van een limousine en een diplomaat
stapt in. Dichter
bij het centrum leunt een man over de rand van een hoog
balkon en klopt zijn roze
dekbed uit. Wat hoopt hij
van zich af te schudden: een eenzame wimper,
de herinnering aan haar lichaam, of wenst hij alleen
de vroege avondlucht te vangen
in zijn net? Misschien wacht zij
binnen. De diplomaat
moet veel langer wachten
tot hij zijn dekbed vindt. De chauffeur
wacht buiten de ambassade, en kijkt
door de ramen aan de straat:
sommige mannen kijken porno
op grote schermen; andere mannen
vrijen (live) op kleine bedden. Het zijn de
fracties van momenten
die ons bijblijven: hoe hij langs
haar rechter wenkbrauw strijkt, haar linker
sleutelbeen. Hoe hij friemelt
aan de tuner van zijn autoradio
op zoek naar nieuwe liefdesliedjes.
Overleven
Toen je twee was stond je buiten
in de nacht van -40 graden
op blote voeten in je nachthemd
wetend dat er thuis
niemand meer was.
Je was de buitenwereld ingetrokken,
niet op zoek, zoals je jaren later
doen zou, naar leegte
of naar de sterren, maar naar vonkjes
van de mensheid. Je vond
enkel jezelf, en
de takken
van de zwarte sparren.
Toen wist je wat
de meeste mensen
pas vlak voor hun dood
beseffen: de warmte
binnen in ons is de vlam
die we ieder voor zich zoeken,
de brandstapel
van onze ideeën, hoog opgetast
als haardhout.