Rudolph had de slaap niet kunnen vatten. Hij verliet de kamer zonder Astrid te wekken en besloot nog eens naar de Djeema el Fna te slenteren, amper honderd meter van het hotel. Het was wonderlijk om over het plein te lopen dat er nu bijna verlaten bijlag. Er waren geen acrobaten meer en geen dansers, geen slangenbezweerders en geen vuurspuwers. En ook geen waarzegsters. Een mannetje zat moederziel alleen achter een korf met heel kleine eieren. Wijd en zijd om hem heen was niets. Hier en daar brandden acetyleenlampen, het plein rook ernaar. In de gaarkeukententen zaten verspreid nog wat mannen soep te lepelen. Ze maakten een eenzame indruk, alsof ze nergens heen konden. Aan de randen van het plein hielden zich mensen op om er te slapen. Sommigen lagen, de meesten hurkten, allen hadden ze de capuchon van hun bovengewaad over hun hoofd getrokken. Ze sliepen bewegingsloos, je zou niet denken dat onder die donkere capuchongewaden werd geademd.
In het pandemonium van uren eerder had hij zich, tot lichte ergernis van Astrid, laten verleiden om zich voor een briefje van twintig dirham de toekomst te laten voorspellen. De gesluierde vrouw tegenover wie hij was gaan zitten, had met handen die zowel aan de binnenzijde als op de rug versierd waren met hennapatronen, zijn handen vastgepakt, ze betast en bekeken. Vervolgens liet ze zonder kijken haar rechterhand rondgaan in een met de andere opgehouden kistje en toen gaf ze Rudolph een enigszins gekreukt pasfotootje.
Geamuseerd was Rudolph ermee opgestaan. Astrid sommeerde hem de kleurenfoto, van een waarschijnlijk inlandse jongen van een jaar of achttien, meteen te verscheuren en weg te doen. Ze vond het een belachelijk en tegelijk benauwend idee. En jij gelooft toch ook helemaal niet in zoiets, Frank?
Hij had haar geplaagd door te antwoorden dat hij uiteraard niet in voorspellingen geloofde, maar dat je het nooit helemaal zeker kon weten…
Nee, doe me een lol, verscheur de foto, Frank, nu.
Geloof je er dan zelf wél in, As?
Natuurlijk niet, maar dat wil niet zeggen dat ik het niet griezelig vind!
Toen had hij net gedaan alsof, om op een onbewaakt ogenblik de pasfoto in zijn portefeuille te kunnen opbergen, bij wijze van herinnering aan de absurde voorstellingen waartoe de waarzegster hem had verlokt. Hij had er zichzelf met schik op betrapt in de mensenmenigte op het plein en naderhand ook in de straatjes en in de lobby van het hotel onwillekeurig te speuren naar het gezicht van de pasfoto. Niet uit stiekeme angst. Integendeel, het zou hem bijzonder hebben geamuseerd wanneer hij de persoon in kwestie inderdaad zou hebben kunnen herkennen. Dat terloops rondspeuren was overigens spoedig verminderd.
Terwijl hij was terug geslenterd naar het hotel had hij nogmaals de mogelijke betekenissen overwogen van de Franse woorden die de waarzegster hem samen met het fotootje had meegegeven. Was dat vous bedoeld geweest als onderwerp of als lijdend voorwerp? Het is allebei luguber, aldus Astrid, maar die mogelijkheid met zijn eigen dood had ze vanzelfsprekend het akeligst gevonden.
Allah heeft bepaald dat dit degene is die als allerlaatste mij aanschouwt.
Frank Rudolph zei het op zo’n beheerste en besliste toon dat alleen daardoor een panische angst Rachid naar de keel vloog. Het klonk bijna piepend toen hij vroeg hoe de man daarbij kwam. Ook Yousri liet het niet onberoerd, want diens wapen begon spontaan te zwabberen.
Afgelopen december, in Marrakesh, zei de man, met een uitdrukking die op een honende glimlach leek.
Ontzet wierp Rachid nogmaals een blik op het fotootje, hetzelfde dat in zijn Marokkaans paspoort stond, en liet het toen vallen alsof het latex aan zijn vingertoppen ervan smolt.
Idioot, bitste Yousri, en hij grabbelde het fotootje weg voor de laatdunkend glimmende neuzen van twee bruine veterschoenen.
Rachid greep werktuiglijk zijn maatje bij een bovenarm en trok hem mee de gang op. Een djinn, prevelde hij, voor zich uit starend, het is een djinn… Waarop de twee het op een hollen zetten, al via de trap naar beneden wilden voordat de liftdeur na twintig seconden eindelijk openschoof.
Tussen de auto’s in de parkeergarage zigzaggend ontdeden ze zich van hun bivakmutsen. Ze stopten ze in een afvalbak alvorens over de helling omhoog te spurten. Ze sprongen in de Porsche die ze een uur eerder hadden gestolen. Rachid achter het stuur. De auto scheurde weg en Rachid schreeuwde tegen zijn maat zonder hem aan te kijken.
Wat doe je, man? Wat doe je?
Yousri had de vlam van zijn aansteker aan het fotootje gehouden en liet het minibrandje in de autoasbak uitwoeden.
Dit kan geen toeval zijn, mompelde Rachid steeds weer, met een almaar droger wordende mond, om er telkens een jammerlijk blatend tweevoudig Alláh op te laten volgen. Hij bleef maar de kalme, lichtblauwe ogen met kleine pupillen van de man die tegenover hem had gestaan voor zich zien en diens godsspraak horen: … die als allerlaatste mij aanschouwt!
Yousri daarentegen zat aan één stuk door te vloeken. Met een zoveelste verwensing van hij wist niet wat trok hij de capuchon van Rachids sweatshirt over diens kop, voordat hij ook zijn eigen zwarte stekeltjes bedekte.
De weg maakte een lus om te kunnen draaien naar de af- en uitrit van de A4. Het lukte Rachid niet om het voertuig bij de vaart waarmee het de bocht aansneed op zijn weghelft te houden.
Die als allerlaatste mij aanschouwt, krijste het in hem, de nanoseconde vóór de klap waarmee ze finaal tot stilstand waren gekomen.
Dit is de hel, nu ben ik in de hel, dacht Rachid, en: Dorst, dorst, dorst.
De verdoolden, zij zijn brandhout voor de hel, zei de djinnsoeria, en als zij op de juiste weg gebleven waren, dan hadden wij hun overvloedig water te drinken te geven.
Toen zag Rachid tegelijk met het leeglopend inzakken van zijn stuurairbag de botsballon krimpen achter de voorruit van de auto waarmee ze in collisie waren geraakt. Erachter verscheen het volkomen verdwaasd voor zich uit starende gezicht van een blonde vrouw. En toen zag hij Yousri het portier van haar auto opentrekken, om de vuurmond van zijn Walther tegen de linker slaap van de vrouw te zetten en haar, nadat ze met haar hoofd nog een rare, hikkende schok had gemaakt, voor Rachid naar links uit beeld te laten verdwijnen.