Licht in de duisternis
‘Toen ik klein was, had je nog leeuwen in de straten van Johannesburg. Een troep. Twee mannetjes, een vrouwtje en drie welpen. Een van de mannetjes kwispelde onvermoeibaar met het puntje van zijn staart.’ De Italiaan, die ouder was dan hij, glimlachte niet eens. Haasbroek vroeg zich af hoeveel Engels de man eigenlijk verstond. Hij stak een sigaret op en schonk hun glazen droge witte wijn bij. Ze waren de laatste twee gasten in het restaurant. ‘Maar ze zijn verdwenen, net als al die andere herkenningstekens in de stad. De hoge lichtpilaren van de bioscopen in Commisioner Street, het Colosseum…’ ‘Colosseum?’ zei de Italiaan. ‘Alleen de naam was Romeins,’ zei Haasbroek met een grinnik. ‘De gevel was Egyptisch en de zaal middeleeuws Europees. Het plafond was een flonkerende sterrenhemel waarop voorbijdrijvende wolken werden geprojecteerd. Daarnaast had je His Majesty’s met de Keizerlijke Staatskroon op het dak, een lichtsculptuur in wit … lees meer