thema:

De reset van Paul Abel

Vertaling:

Het Pan-ethisch Verbond ontstond twintig jaar geleden als een geheel onbelangrijke partij, nog zo’n zonderling in het alsmaar groter groeiende bos van splinterpartijen. Ze hadden een paar goede maar lachwekkende ambities. In tegenstelling tot de vele andere milieupartijen – de christenen hadden er een, de moslims weer een andere, en ook rechts had zijn eigen – hadden ze een radicaal, concreet en allesomvattend plan waarin de Noren als eerste volk ter wereld volledig duurzaam zouden kunnen leven. De meest fundamentele verandering was dat alle consumptie onder staatscontrole zou moeten komen, zodanig dat het niet langer nodig was om geld onder de bevolking te laten circuleren. Een volledig geautomatiseerd en op behoeften gebaseerd voedselprogramma zou ervoor zorgen dat iedereen genoeg te eten zou hebben, of in ieder geval bijna genoeg. Negentig procent van al het eten zou afkomstig zijn uit weergaloze innovaties als in het laboratorium gemaakte eiwitten, waarin spiercellen rond microscopisch kleine stellingen van koolhydraten groeiden. De resterende tien procent moest uit eigen tuin komen: een gedisciplineerde oefening die de bevolking in contact zou brengen met de natuur, de basis van de Pan-ethische ideologie.

De oplossing in de dienstverlening was bijna net zo simpel: omdat iedereen in dienst zou zijn van het Verbond, ontvangt of levert iedereen diensten gebaseerd op bekwaamheid en behoefte, en verdient zo krediet bij de banken en bedrijven van het Verbond. De belangrijkste internationale valuta van Noorwegen, namelijk de relatief onaangetaste natuur die nu uniek in de wereld was, zou de basis vormen voor een geheel nieuw en complex virtueel handelsmerk dat Noorwegen uit de economische crisis zou trekken. De woningdichtheid, die al goed op gang was, zou tot in het extreme doorgevoerd worden door de bouw van spartaanse wooncomplexen die zich vanaf de stad uitstrekten binnen een straal van hooguit tien kilometer. De gepresenteerde tekeningen deden denken aan een platgedrukt eerbetoon aan Le Corbusiers Unité d’habitation, uitgesmeerd over de voorsteden als een doorlopende laag betonblokken. Hierin woonachtig, en onder de beschermende hand van het Verbond, zouden de bewoners afstand doen van al hun persoonlijke privileges in een absolute nivellering van de economie.

Paul herinnerde zich hoe zijn ouders hadden gebakkeleid om het verkiezingsprogramma te lezen dat op een zaterdagmiddag in de brievenbus zat. Hij was thuis op een van zijn steeds zeldzamere bezoeken nu zijn studie veeleisender werd. Het was een simpel in tweeën gevouwen A4’tje; op de voorkant stond een typisch Noors naaldbos afgebeeld, gefotografeerd met tegenlicht zodat er een zachte gloed over de dampende boomtoppen viel. De kop was: ‘Wij weten de weg terug.’ Jon Abel las hardop voor terwijl Paul en zijn moeder Eva op de bank pizza zaten te eten.

Ooit maakten mensen deel uit van de grote gemeenschap. Nu profiteren velen ervan dat we daarboven uitstijgen. Deze mensen zeggen tegen jou dat je bovenal een individu bent. Ze willen dat je je individualiteit uitdrukt door middel van consumptie.

De Noorse milieustrijd is al veel te lang een futloos theater. Het Pan-ethisch Verbond is er om de coulissen af te breken en het podium plat te branden. De zogenoemde groene groei heeft zijn ware kapitalistische aard getoond. De enige duurzame groei die er is, vindt plaats in de natuur. Alleen door haar kunnen we onze band met alles bewaren, met de kracht die Pan is.

Medemens: dit is onze laatste kans. Samen moeten we de weg terug naar de natuurtoestand vinden. De poort naar je innerlijke wildernis kun alleen jijzelf openen. Maar wij willen er graag bij zijn en de sleutel omdraaien. Daarom stellen we ons verkiesbaar in de gemeenteraadsverkiezingen. Een stem voor het Pan-ethisch Verbond is een stem voor de bomen, voor de vissen, voor het leven. Het is een stem voor een wereld waarin de markt niet meer alles is. Het is een stem voor een wereld waarin iedereen alles is van iedereen.

 

Onderaan, achter de met klimop begroeide P, wat toen al het logo van de partij was, stond hun motto:

Pan-ethisch Verbond: Voel jij het gras groeien?

Toen hij dat laatste las, schakelde Jon Abel over naar iets wat waarschijnlijk bedoeld was als een soort diepe ernstige stem, maar omdat zijn stem zo hoog was, in werkelijkheid een contratenor, werd het resultaat pijnlijk kwakend. Daarna keek hij verwachtingsvol naar zijn vrouw en zoon.

‘Het is zo makkelijk om er grapjes over te maken. Ben jij het er niet mee eens dan’, zei Eva Abel.

‘Nee.’

‘Ik vind het best aardig’, zei ze met een opstandig gezicht.

‘Jezus, Eva. Het is zo doorzichtig. Dit is gewoon nog zo’n religie, nog een tegenbeweging. Mensen zijn bang en deze idioten willen daar misbruik van maken.’

‘Jij vindt het milieu toch ook belangrijk?’

Jon Abel trok ongecontroleerd zijn schouders op, alsof hij net iets zuurs had gegeten.

‘Echt wel, ja. Ik loop graag een rondje in het bos, als je dat soms bedoelt. Maar ik hoef er geen verdomde communistische wiet-rokende bedoening van te maken. Er is geen verschil tussen dit en een lifestyle-column. Moet je kijken, ze verspreiden het ook nog op dode bomen. Dat zegt wel alles over hoe serieus ze zijn’, zei hij en zwaaide met het papiertje voor haar neus.

Over de auteur:

Bjørn Vatne (Noorwegen, 1976) debuteerde in 2015 met zijn roman Slik skal vi velge våre ofre, door Noorse boekbloggers benoemd tot roman van het jaar. In 2018 volgde Nullingen av Paul Abel waarvoor hij de Stig Sæterbakkens Minnepris kreeg. Vatne studeerde sociologie en mediastudies aan de Universiteit van Bergen en volgde een tweejarige schrijfopleiding aan de Universiteit van Tromsø. Tevens werkte hij enkele jaren als journalist. Vatne schrijft nu op freelance basis over cultuur in Ålesund, waar hij ook vandaan komt.

Over de vertaler:

Mieke Blotenburg (1993) behaalde in 2015 haar bachelor Scandinavische talen en culturen (hoofdtaal Noors), studeerde in 2014 een half jaar in Noorwegen en volgt momenteel de Master Vertalen, eveneens aan de UvA.