thema:

EEN CONEY ISLAND VAN DE GEEST

Vertaling:

3

 

Het onzedelijk scherpe dichtersoog

ziet de oppervlakte van de ronde wereld

met haar dronken daken

en houten oiseaux op waslijnen

en haar kleien mannetjes en vrouwtjes

met wulpse benen en lelieblanke borsten

op vouwbedden

en haar bomen vol geheimen

en haar zondagse parken en zwijgende standbeelden

en haar Amerika

met zijn spooksteden en lege Ellis Islands

en zijn surrealistische landschap van

wezenloze prairies

voorsteden vol supermarkten

kerkhoven op stoomverwarming

cinerama feestdagen

en protesterende kathedralen

een kusbestendige wereld van plastic toiletbrillen tampax en taxi’s

gedrogeerde etalagecowboys en las vegas-maagden

verstoten indianen en filmverslaafde moeders

onromeinse senatoren en principiële dienstzoekers

en alle andere fatale verknipte fragmenten

van de immigrantendroom die al te geheel uitkwam

en zoekraakte

tussen de zonnebaders

 

 

6

 

Ze zetten het standbeeld neer

van Sint Franciscus

    voor de ingang

van de Sint Franciscuskerk

in de stad San Francisco

in een klein zijstraatje

    van de Avenue

waar geen vogels zongen

en de zon op tijd opkwam

zoals hij gewoonlijk doet

 en net begon te schijnen

op het beeld van Sint Franciscus

waar geen vogels zongen

En een hoop ouwe Italianen

stonden erbij

    in het kleine zijstraatje

  van de Avenue

      te kijken hoe de gewiekste werklui

   het standbeeld ophesen

  met behulp van een ketting en een kraan

   en andere instrumenten

En een hoop jonge verslaggevers

in nette pakken

  noteerden de woorden

van een jonge priester

die het standbeeld stutte

met al zijn argumenten

En ondertussen

terwijl de vogels

geen Sint Franciscuspassie zongen

en terwijl de toeschouwers bleven opkijken

naar Sint Franciscus

die zijn armen uitstrekte

naar de vogels die er niet waren

bleef een erg lange en reine naakte

jonge maagd

met erg lang en erg sluik

strokleurig haar

en slechts bedekt door een erg klein

  vogelnestje

op een erg existentiële plaats

door de menigte lopen

en de trappen op en af

voor de Sint Franciscuskerk

    met neergeslagen ogen

    en ondertussen

zong ze zachtjes voor zich uit

8

 

  In Golden Gate Park die dag

slenterden een man en zijn vrouw

door de enorme weide

die de weide van de wereld was

Hij droeg groene bretels

     en hield een oude gebutste fluit

in één hand

  terwijl zijn vrouw een tros met druiven droeg

die ze bleef uitdelen

één voor één

aan verschillende eekhoorns

alsof elke druif

   een klein grapje was

  En toen liepen ze met zijn tweeën verder

door de enorme weide

die de weide van de wereld was

en toen

op een doodstille plek waar de bomen droomden

en door alle eeuwen heen

gewacht leken te hebben

op hen

gingen ze samen zitten in het gras

zonder elkaar aan te kijken

en aten sinaasappels

zonder elkaar aan te kijken

en lieten de schillen vallen

  in een mandje dat ze schijnbaar

voor dat doel hadden meegenomen

zonder elkaar aan te kijken

En toen

trok hij zijn over- en onderhemd uit

  maar hield zijn hoed op

schuin

en zonder iets te zeggen

viel hij eronder in slaap

En zijn vrouw zat daar maar te kijken

naar de vogels die af en aan vlogen

en naar elkaar floten

in de stillige lucht

alsof ze het bestaan in twijfel trokken

   of zich iets probeerden te herinneren dat vergeten was

Maar toen ten slotte

ging ook zij plat liggen

en lag daar maar omhoog te kijken

  naar niks

ondertussen spelend met de oude fluit

    waarop niemand speelde

en ten slotte rustten haar ogen

op hem

zonder specifieke expressie

ware het niet dat ze overliepen

van verschrikkelijke depressie

 

13

 

Niet zoals Dante

    een commedia ontdekte

aan de voet van de hemel

ik schets liever een ander

soort Paradiso

waarin de mensen naakt zijn

zoals altijd

op zulke taferelen

omdat het een portret moet voorstellen

van hun zielen

maar er zouden geen waakzame engelen zijn om te beweren

dat de hemel

het toonbeeld is van

een monarchie

en er zouden geen vuren branden

in de helse kuilen beneden

waarin ik had kunnen vallen

  noch altaren in de lucht zweven behalve

fonteinen van verbeelding

 

 

VUILNISMANSOBLIGATO

Kom op

Laten we gaan

Kom op

We legen onze zakken

en verdwijnen.

Missen al onze afspraken

en verschijnen pas weer jaren later

ongeschoren

oude vloeitjes

aan onze broek geplakt

blaadjes in ons haar.

Laten we ons

geen zorgen meer maken

over de rekeningen.

Laat ze maar komen

en het meenemen

wat het ook was

waarvoor we betaalden.

En ons erbij.

 Laat ons opstaan en gaan nu

naar waar de honden het doen

Aftakelen

waar ze de aardbevingen bewaren

achter de gemeentelijke stortplaatsen

verloren tussen gasleidingen en oud vuil.

Laten we de Stortplaatsen

bekijken zoals ze zijn.

My country tears of thee.

Laat ons verdwijnen

op autokerkhoven

en jaren later opnieuw verschijnen

vodden en kranten prikkend

ons lange ondergoed drogend

boven brandend afval

lappen aan ons zitvlak.

Doe geen moeite

afscheid te nemen

van wie dan ook.

Je vrouwtje zal niet om ons rouwen.

 Laten we gaan

stinkend naar spiritus

naar waar de bankjes vol zitten

met afgedankte Bowling Greenbeelden

de innerlijke donkere nacht in

van de fleurige Bowery

onze ogen vochtig

van het overpeinzen

van lege flessen muskaat.

Laten we voordragen uit beduimelde bijbels

op straathoeken

Honden volgen in havens

Wilde liederen voordragen

Stenen werpen

Om het even wat zeggen

In het zonlicht met de ogen knipperen en krabben

en de stilte in struikelen

In portieken treuzelen

Hoeren derdehands leren kennen

nadat iedereen klaar met ze is

De ondergaande zon de East River in volgen

In telefooncellen slapen

In pandjeshuizen kotsen

schreeuwend om een lange winterjas.

 Laat ons opstaan en gaan nu

waar ergens onder de stad

de vuilnisbakken rollen

en opduiken in vervuilde kleren

de ongekroonde onderaardse heersers

van mannenwc’s in metrostations.

Laat ons de duiven voeren

voor het stadhuis

en ze aansporen om hun behoefte te doen

in het kantoortje van de burgemeester.

Schiet alsjeblieft op het is tijd.

Het einde is nabij.

Springtij

Rampspoed onder de zon

Honden van de lijn

Zuster op straat

haar beha binnenstebuiten.

 Laat ons opstaan en gaan nu

de binnenste donkere nacht in

van de vreedzame Bowery van de ziel

en onszelf hervinden

waar metro’s stilhouden en wachten

onder de River.

Oversteken richting

volledige verwarring.

De South Ferry zal niet eeuwig varen.

De veerpont in de Bay wordt wegbezuinigd

maar het is nog niet te laat

om te verdwalen in Oakland.

Washington is nog niet

van zijn paard gedonderd.

Er is nog tijd om hem op zijn staart te trappen

en te gaan

onze belastingaangifte achterlatend

en ons waterdichte polshorloge erbij

om blindelings achter straatsloeries aan te strompelen

onder de Brooklyn Bridge

verwaaide standbeelden in slobberbroeken

ons blikkerig geroep en onze afvalbakstemmen

achter ons aan slepend.

Troep te koop!

 Laat ons ervandoor gaan laat ons gaan

het echte binnenland in

waar de onvolslagen anarchie

van lommerds ons in hun greep houdt.

Het einde is nabij

maar bij Burning Tree golfen ze door.

Het giet het regent hevig

de Ole Man snurkt stevig.

Er komt een tweede zondvloed aan

maar niet het soort dat je verwacht.

Er is nog tijd om te zinken

en te denken.

Ik wens de sociale ladder af te zakken.

Ik wens me als een haas te bevrijden.

Swing low sweet chariot

Laten we niet wachten tot de Cadillacs

ons in triomf zullen vervoeren

naar het binnenland

waar we wuiven naar de inboorlingen

als Romeinse senatoren in de provincie

de lauwerkrans van dichters

op onze verlichte voorhoofden.

Laten we niet wachten tot het verslag verschijnt

op pagina één

van de New York Times Book Review

en toonbeelden van waanzinnig succes

ons toelachen vanaf de foto.

Tegen de tijd dat ze je portret plaatsen

in Life Magazine

ben je toch al een negatief geworden

een afdruk gevangen op glanzend papier.

Dan zijn ze je al komen halen

om beroemd te zijn

en ben je nog steeds niet vrij.

Vaarwel ik ga maar.

Ik verkoop alles

en geef de rest weg

aan de kringloopwinkel.

Het zal best donker zijn daarbuiten

waar de heilssoldaten zingen.

En de geest haar eigen licht.

Vaarwel ik trek mijn handen ervan af.

Doek de zaak maar op.

Het systeem is door en door versjteert.

In Rome was het nooit zo.

Ik heb genoeg gewacht op Godot.

Ik ga waar de schilpadden winnen.

Ik ga

waar oplichters rochelen en sterven

langs de trieste promenades

van de officiële wereld.

Troep te koop!

My country tears of thee.

 Laat ons gaan dan jij en ik.

We hangen onze stropdassen aan de straatlantaarns.

Meten onszelf de volle baard aan

van wandelende anarchie

zodat we op Walt Whitman lijken

een zelfgemaakte bom op zak.

Ik wens de sociale ladder af te zakken.

Hoge kringen zijn lage kringen.

Ik ben een streber

die lagerop wil komen

en de afdaling is zwaar.

Het ideaal van de Hogere Middenklasse

is voor de vogels

maar de vogels kunnen er niks mee

zij hebben zo hun eigen pikorde

gebaseerd op vogelgezang.

Duiven jammer genoeg op het gras.

 Laat ons opstaan en gaan nu

naar het eiland Manisfree.

Laat de messen nooit meer geslepen worden.

Schiet op alsjeblieft het is tijd.

Laat ons opstaan en gaan nu

diep doordringend

in Foster’s Cafeteria.

Vaarwel Emily Post.

Vaarwel

Lowell Thomas.

Ajuus Broadway.

Ajuus Herald Square.

Zet ze uit.

Verwar het systeem.

Zeg onze huur op.

Verlies de Oorlog

zonder iemand te doden.

Laat paarden gillen

en dames rennen

naar verstopte kleine kamertjes.

Het einde is pas net begonnen.

Ik wil het aankondigen.

Loop niet maar ren

naar de dichtstbijzijnde uitgang.

De echte aardbeving moet nog komen.

Ik voel het gebouw schudden.

Ik ben van het verfijnde soort.

Ik kan er niet tegen.

Ik ga

waar ezels zich neervlijen

naast douanebeambten die zich

literaire critici noemen.

Mijn gereedschap is stoffig.

Mijn lichaam te lang opgehangen

in vreemde bretels.

Geef me een felgekleurde bandana

om als toque te dragen.

Laat los en we zijn weg

waar sportauto’s het begeven

en de wereld opnieuw begint.

Schiet alsjeblieft op het is tijd.

Het is anderhalve tijd

en daar loopt het spaak.

De bovenkamer maakt ouwe jongens van ons allen.

Laten we weglopen

de wijde eeuwigheid in.

Ergens zijn de velden vol leeuweriken.

Ergens hoor je het land swingen.

My country ‘tis of thee

Mijn land, laat mij van u zingen.

 Laat ons opstaan en gaan nu

naar het eiland Manisfree

en het frank en vrije eenvoudige bestaan leiden

van wijsheid en verwondering

daar waar alle dingen recht

naar boven groeien

wiegend en zingend

onder de gele zon

klaprozen uit koeienvlaaien

denkende engelen uit drollen

Ik moet opstaan en gaan nu

naar het eiland Manisfree

de bedorven woorden en wouden

van Arcadië voorbij.

Over de auteur:

Lawrence Ferlinghetti (1919) is al meer dan een halve eeuw actief als dichter, schrijver, vertaler, kunstschilder, toneelschrijver, criticus, essayist, uitgever en activist. Als eigenaar van City Lights Booksellers & Publishers in San Francisco speelde hij een sleutelrol in de opkomst van de Amerikaanse Beatbeweging in de jaren vijftig. Daarnaast was hij verbonden aan de San Francisco Poetry Renaissance. Enkele hoogtepunten uit zijn oeuvre: Pictures of the Gone World (1955), A Coney Island of the Mind (1958), Her (roman, 1960), Starting from San Francisco (1961), Routines (toneel, 1964), Tyrannus Nix? (1969), Back Roads to Far Places (1971), Open Eye, Open Heart (1973), A Far Rockaway of the Heart (1997), Poetry as Insurgent Art (2007).

Over de vertaler:

Jeske van der Velden (1987) studeerde Engels en Literair Vertalen aan de Universiteit Utrecht. Ze vertaalde poëzie en proza voor Terras, Poetry International, Crossing Border e.a. In 2015 ontving ze een Talentbeurs voor literaire vertalers. In 2017 verscheen haar vertaling van Ken Babstocks gedichtenreeks SIGINT (Perdu/Terras/ Poëziecentrum). Samen met Caroline Meijer vertaalde ze recent Herinneringen aan de toekomst (Memories of the Future) van Siri Hustvedt, dat in april 2019 verscheen bij de Bezige Bij.