Inleiding op de gedichten uit ‘Las utopías’
Raúl Zurita werd geboren in 1950 in de hoofdstad van Chili, Santiago. Toen hij begin twintig was, vond een ingrijpende gebeurtenis plaats: de staatsgreep van Pinochet, waarmee een gewelddadige dictatuur begon die zou voortduren tot 1990. Op 11 september 1973 werd de regering van president Salvador Allende afgezet door een groep officieren onder leiding van Pinochet, en met steun van de Verenigde Staten, nadat het presidentiële paleis urenlang beschoten en zelfs gebombardeerd was. Met name de eerste jaren van de militaire regering, die tot 1990 het land zou besturen, stonden in het teken van geweld. Tienduizenden (vermoede) tegenstanders werden gearresteerd, sommigen werden vermoord, anderen gevangengezet en gemarteld. Honderden lichamen van vermoorde politieke gevangenen werden tijdens zogenaamde ‘doodsvluchten’ uit helikopters gegooid en in zee gedumpt. Meestal werden maatregelen genomen om te zorgen dat de lichamen snel zouden zinken, maar soms kwamen de lichamen bovendrijven of spoelden ze aan. In 1976 werden bijvoorbeeld in de Atacama-woestijn 26 aangespoelde lichamen gevonden van gevangenen die waren vermoord in oktober 1973.
Zurita was een van degenen die gearresteerd werden in de jaren van de dictatuur, vanwege zijn betrokkenheid bij de Communistische Partij. In de ochtend van 11 september 1973 hield een militaire patrouille hem aan. Eerst werd hij naar een stadion gebracht, vier dagen later werd hij gevangen gezet in het ruim van een boot. Samen met achthonderd anderen zat hij zes weken lang vast in een ruimte waar eigenlijk honderd personen in pasten, en waar ze gemarteld werden. Na zijn vrijlating sloot hij zich aan bij een radicale groep artiesten, CADA, en in 1975 werd voor het eerst een van zijn gedichten gepubliceerd in een tijdschrift van het departement voor Humanistiek van de Universidad de Chile in Santiago. Vier jaar later, in 1979, publiceerde hij zijn eerste dichtbundel: Purgatorio.
Sindsdien heeft Zurita meer dan twintig dichtbundels, essays en losse gedichten gepubliceerd. Daarnaast werd zijn werk vertaald in het Bengaals, Chinees, Duits, Frans, Italiaans, Russisch en Zweeds en ontving hij in 1984 een Guggenheim-beurs en in 2002 een beurs van het Duitse kunstenaarsprogramma DAAD. Begin deze eeuw kwam er een nieuwe stroom vertalingen op gang: in de VS werd in 2009 een nieuwe vertaling van Purgatorio uitgebracht en in datzelfde jaar verscheen het ook in Italiaanse vertaling. Ook in 2009 kwamen INRI (2003) en Canto a su amor desaparecido (1985) uit in het Engels. In 2000 werd Zurita’s werk bekroond met de grootste literaire prijs van Chili, de Premio Nacional de la Literatura, die eerdere prijzen in Chili en Italië opvolgde.
Anteparaíso (‘Preparadijs’), het boek waaruit de hier gepubliceerde fragmenten afkomstig zijn, kwam voor het eerst uit in Chili in 1982 en werd vertaald in het Engels (Anteparadise, 1986), Duits (Vorhimmel, 1993), Chinees (2001) en Russisch (1986). Het vormt samen met Purgatorio (‘Vagevuur’, 1979) en La vida nueva (‘Het nieuwe leven’, 1993) een trilogie waarin het geweld in de periode na de staatsgreep van Pinochet zichtbaar wordt. Een belangrijke invloed op de trilogie was Dante’s Divina Commedia. De gedichten in dit nummer komen uit het eerste gedeelte van Anteparaíso: ‘Las utopías’. De serie bestaat uit zeventien gedichten, waarvan er vijftien – meestal genummerd – over de stranden gaan. In het eerste en laatste gedicht neemt een ‘ik’ het woord.
In latere edities van Anteparaíso zijn foto’s opgenomen van de gedichten die Zurita in juni 1982 in de lucht boven New York schreef. Een vliegtuigje vormde de letters van het gedicht ‘La vida nueva’, te bekijken op:
http://hemisphericinstitute.org/hemi/en/hidvl-additional-performances/raul-zurita-la-vida-nueva
MI DIOS ES HAMBRE MI DIOS ES CÁNCER
mijn god is honger mijn god is kanker
MI DIOS ES NIEVE MI DIOS ES VACÍO
mijn god is sneeuw mijn god is leegte
MI DIOS ES NO MI DIOS ES HERIDA
mijn god is nee mijn god is een wond
MI DIOS ES DES ENGAÑO MI DIOS ES GHETTO
mijn god is ontnuchtering mijn god is het getto
MI DIOS ES CARROÑA MI DIOS ES DOLOR
mijn god is een schoft mijn god is pijn
MI DIOS ES PARAÍSO MI DIOS ES
mijn god is het paradijs mijn god is
MI DIOS ES PAMPA MI AMOR DE DIOS
mijn god is de pampa mijn liefde voor god
MI DIOS ES CHICANO
mijn god is chicano
In 1993 sloot Zurita de trilogie waar Anteparaíso deel van uitmaakt af met een gedicht van meer dan drie kilometer lang in de Atacama-woestijn. Het gedicht werd uitgegraven door bulldozers en luidt als volgt: ‘Ni pena ni miedo’, ‘Geen pijn, noch angst’. Je kunt het bekijken op:
http://googlesightseeing.com/2009/01/ni-pena-ni-miedo-no-shame-nor-fear/