thema:

Intelligentie en muzikaliteit bij dieren

Vertaling:

De komende weken publiceert Terras een aantal korte prozateksten van Erik Satie. Hierbij aflevering 3. Lees ook de inleiding.
 
 
 
‘Mémoires d’un amnésique’, Revue musicale 1 februari 1914
 
Dat dieren intelligent zijn is boven elke twijfel verheven. Maar wat doet de mens om de geestelijke toestand van deze lijdzame medeburgers te verbeteren? Hij geeft hun een middelmatige, beperkte en onvolledige opvoeding die een kind nog niet goed genoeg voor zichzelf zou vinden; en daar zou die lieve kleine gelijk in hebben. Deze opvoeding bestaat er vooral uit de instinctieve wreedheid en ondeugden te ontwikkelen die atavistisch aanwezig zijn in elk individu. In het onderwijsprogramma is nooit sprake van kunst of literatuur, noch van natuurwetenschappen, zedenleer of andere vakken. Postduiven worden geenszins op hun missie voorbereid door toepassing van geografische kennis; de vissen worden buiten de studie der oceanografie gehouden; ossen, schapen en kalveren weten niets van de rationele indeling van een modern abattoir, en ze weten al evenmin welke voedende rol ze spelen in de door de mens geschapen maatschappij.
Maar weinig dieren ontvangen menselijk onderricht. Honden, muildieren, paarden, ezels, papegaaien, merels en nog een paar anderen zijn de enige dieren die een soort van scholing krijgen. En dan is er nog eerder sprake van opvoeding dan iets anders. Vergelijkt u dit onderwijs eens met dat wat de universiteiten aan een jonge menselijke student verstrekken, dan zult u zien dat het van geen enkele waarde is en niet kan bijdragen tot uitbreiding of bevordering van de kennis die het dier misschien dankzij zijn werk, dankzij zijn vlijt in dezen, heeft kunnen verwerven. En muzikaal gesproken? Sommige paarden hebben leren dansen, zekere spinnen zijn onder de piano blijven zitten van het begin tot het einde van een lang concert dat een gerespecteerde klaviermeester voor hen gaf. En verder? Niets. Hier en daar heeft men het over de muzikaliteit van de spreeuw, het melodiegeheugen van de raaf en de harmonische vindingrijkheid van de uil, die zichzelf begeleidt door op zijn buik te kloppen, wat een zuiver kunstmatig procedé is en nauwelijks polyfoon.
Wat betreft de nachtegaal die altijd weer ter sprake wordt gebracht, daar haalt zelfs de meest onwetende luisteraar zijn schouders voor op. Hij heeft niet alleen geen stembeheersing, maar hij weet ook helemaal niets van sleutels, tonaliteit, modus of maat. Misschien heeft hij talent? Dat zou kunnen; dat staat zelfs wel vast. Maar het dient gezegd dat zijn kunstzinnige vorming het niet haalt bij zijn natuurlijke gaven, en dat de stem waar hij zo trots op is, maar een minderwaardig instrument is dat op zichzelf geen enkel nut heeft.
 
(wordt vervolgd)
 
 

Over de auteur:

Over de vertaler:

Kim Andringa (1977) studeerde Frans en vergelijkende literatuurwetenschap. Ze is literair vertaler uit en naar het Frans, redactielid van Terras en universitair docent vertalen aan de universiteit van Luik.