Filosofie door moord
Wie minder dan honderd keer heeft gedood,
werpe de eerste steen naar mij.
De mens kan niet zonder filosofie. Een volwassene zonder filosofie is potsierlijk. Je
moet eraan zien te komen. Sterkte ermee en scherpzinnigheid toegewenst.
Maar ik ga het er hier niet speciaal over hebben. Voor wie aan een half woord
genoeg heeft, heb ik het er overal over.
Ik ga het hebben over de massa.
Als ik de verschillende onmogelijkheden overweeg die me beletten om vooruit te
komen, dan moet ik op dat moment geen mensen op straat tegenkomen.
Je komt overal maar al te veel mensen tegen door wie je je geloof verliest, die je
lastigvallen, je afremmen, je stoppen, je van mening doen veranderen.
Gelukkig zijn er momenten van stormachtige zekerheid waarop al die druktemakers
zich aan de ‘verkeerde kant’ bevinden, de kant die moet wijken, terwijl die van
u sterk staat, formidabel sterk.
Dan gaat u de straat op en splijt u de idiote massa met de zeis. Hun lot is bezegeld.
Onschuldigen? Wie is onschuldig? Laat ze ons zien, als ze bestaan!
Ze worden er trouwens niet veel slechter van dat ze neergemaaid zijn, die ongevoeligen,
en u daarentegen voelt zich er des te beter door. Probeer het maar.
Iedereen kan op die manier de straat op gaan. Het is een kwestie van zelfvertrouwen.
En vervolgens, bevrijd van de daad die gesteld moest worden, kunt u zich, eindelijk
weer gekalmeerd, wijden aan de filosofie.
U hebt de volmaakte horizontaliteit bereikt. Profiteer ervan. U zult zelfs zonder
moeite welwillend kunnen zijn. Dat is ook prettig, ja, althans in het begin …
fragment, de volledige tekst is te lezen in de Cariben nummer