Klein ding
voor SL
Vlieg maar, vlieg omhoog, nu pas zie ik
hoe klein je bent,
De struiken en het bos aan weerszijden,
ken ik niet.
De handtekeningen die je in de zomer hebt verzameld
laat je zien aan mij.
De grijswitte weg overdag door zon overgoten,
verstopt zich onder een boom
als een klein poesje
ontoegankelijk voor ons.
Voor jou tel ik de glimmende vlekken op je rug,
een is achtergebleven bij het waterreservoir.
Elke avond telt hij
de uitgestoken vingers als kleine golfjes,
en doet glimmende ringen erom, en laat
de laatkomers hen uitgeleide doen,
weg als lucht.
Ze zullen wachten en wachten.
Stenen en dauw die ik ooit mooi vond
maken lawaai, en halen
modder uit de stilte.
Schijnende koplampen flitsen ineens voorbij,
het is werkelijk donker en verlaten.
Tegen schemering gaan we de bergen in om te eten, maar
we gaan nu niet terug. Het is donker, het is veilig.
Het ruikt naar de geurige, zoete Grasbladen
het tafelkleed versierd als een beddenlaken,
in de hoek van het verre gebergte rusten de bubbels in een glas cola.
14 augustus 2008
Een kiezelsteentje
De lucht is schoon na de regen
De kiezel onder de boom is ook schoon,
met een spoor van regen, misschien dat ik er
weer een half uur op ga zitten, terwijl ik tijd
laat voor de vogeltjes, hagedissen, en gekko’s,
zelfs eekhoorntjes zitten daar naar de zee te kijken
het wordt inderdaad steeds ronder,
met een buitenkant zo bol en glad als een ei
drijvend op bladeren en zand,
het ei onder de boom is door de boom gelegd,
daar wacht het om uitgebroed te worden,
denk ik, een takje dat er scheef bovenop ligt,
lijkt op een kleine slang net uit het ei gekropen, toch?
Lijkt het niet alsof hij voorzichtig met zijn kleine pootjes
het holle steentje terug in zee wil schoppen?
Haidianeiland, 8 juni 2013