die belangrijke laag, de bodem
de resten ervan
tussen pijpleidingen, zeebedtelescopen, rakettrapafval
buiten, dichtbij
tussen de mantel en de kern
trillingen, niet de goede term
traag
er rustig doorheen
mijn bedding, koude mijn
tussen bleke vissen, vreemde hengelaars, nieuwe
levensvormen, rijk leven rondom olieplatforms
een buitenkansje voor de wetenschap
op tijd terug, tussen de plaats
van de zeepiraat en primitieve raffinage
kustdialecten
die de hoofdtaal schragen
en later
in de frisse emissiemarkten
een grondige voorraad
kosmische energie
we zijn goed in verplaatsing en substitutie
er is beweging tussen de mantel en de korst en de kern
in plaats van giftige vis een zeereservaat
in plaats van broeikasgat, ruimtetunnels
trillingen en stenen
en dan weer trillingen
verzwolgen te worden, antwoorden
tussen optische mist
en mystieke media
vinden we het verdwenen meer
tijdig in de gletsjer terug
kwikslib en tinerts
verzekeren ons van een
goudmijn, een dreiging
eigen lichaamsreserves
die we later kunnen gebruiken
meer angst voor leegte
dan voor bezetting
alles mengt met elkaar
maar heel traag
in de tussentijd, verder leven
met schepen en instrumenten en wapens
met arbeidsdeling, organisatie en slaafjes
we zenden pioniers naar de nieuwe brongebieden vooruit
oceanologen, afvalspecialisten, genetici
mammoettankers en buitengewone vluchten
bij langduriger missies
is de voorhoede soms moeilijk te vinden
een deel van het leven
vrijwillig wijden aan deze zaak
zoals bij een winterslaap
gesteenten teken deze grens gewoon over
laagtechnologische wisselzang
tijdelijk terug, nooit tevreden
voeden wij de belangrijke laag
de vrije jongens, wilde mijners
dienen om de grens op te rekken
stenen van het langst geleden
kom je in alle lagen tegen
durfkapitaal, wapenmakelaars
bezetten zonder zorgen, onceremonieel
leger – vooruitgeschoven, privé
bedrijven, de oorlog inlijven
een lichaam ongeorganiseerd
laag is niet de goede term
fase is dan beter
een fijne ontsteking is ingebouwd
innig weten ze zullen exploderen
innig ingevouwen in afzonderlijke kamers
de mijn is een mijn in de tijd
zeventig procent van de clusters blijft
ongeëxplodeerd
verder leven
beheersen wij op afstand
en tijd het verspreide lichaam
de mijn is altijd al geopend
de mogelijkheid van de mijn is al een mijn
landbouwsatellieten, shuttles, wisselcabines
proefnemingen en uitstel van executies
duwen de randen van het rijk
onverzadigd, in een andere fase
resten van een routine lancering
trillen
er rustig doorheen
de lege plek houdt de beweging gaande
continu van honger poreus
Marwin Vos woont en werkt in Amsterdam. Zij publiceerde gedichten in Yang, nY, de Gids e.a.
In september van dit jaar verschijnt tevens nieuw werk in DWB en Poëziekrant.
Tekst en beeld en enige animaties zijn te bekijken op www.marwinvos.nl.