Het gat van Urd
De sopranen van Dovre janken in de berg. Op een afstand hoor je de autoweg zingen. Schrik riekt naar vos op deze plek.
De machines breken in Dovre. In oorden waar schaduwen broeden. Uit de Dovrekloof krioelen en glinsteren diepgroene metallische hagedissen.
Waar duistere machten huizen. Waar spokerij gering en trollen trekt. Waar Våtvatn oliezwart tussen de vliezen van het Gaudommoeras rust.
Waar het grondwater in de spleet stijgt. Waar het houten kasteel zo eenzaam glanst aan de rand van borrelende schachten. De machines kauwen op de berg bij de leisteen molen van Dovre.
Het zwarte gat hier trekt tijd naar zich toe. Wij hebben levend aan de rand gestaan en voelden hoe de ionen los gezogen werden, hoe het magnetisme cellen uit hun omhulsel rukte.
De machines sissen in de grot. Fladderende klanken trekken door de nevels van Nidaros. De verlaten dagbouw met zijn reservoirs en meren. Hier loopt een duidelijke ondergrondse grens.
De machines knagen in de mijn. Waar de man repen uit zijn zwakke spierhart scheurt. Waar het Es in klamme lompen aangekropen komt, ondergekotst en bloedschuimend, met zijn tong smakkend.
Waar enorme basaltstromen in slome reuzenvallen in de diepte storten langs de bergwand bij Daudebotn.
In de leisteen molen van Dovre
Ik manoeuvreer mijn lichaam over diepe vallen, over ondergelopen gaten en
open waterputten, over de natte pels van een dier met angst in zijn opgejaagde rug.
Scherpe takken striemen en slaan bloednaalden tegen mijn vingerhuid mijn
gezicht van blauw glazuur tegen naakte netelvezels. Aan de overkant
van de smelterij aan de rand van het troebele meer daar zie ik Zachris
te dicht bij de schacht komen. Ik loop dichter naar het hoofd toe
ondanks kettingen klepelen mat metaal tegen de jachtige radula. Hier
loopt een duidelijke ondergrondse grens een fistelgang naar Mare
Imbrium. Ik stoot de bursa tegen de machines die daar in de
wonde bonzen. Welk onheil kan je overkomen welk onheil kan je overkomen
hier bij de zware wateren. In de smidse de gekwelde velgen van het Daudekoor schreeuwend
tegen scherpe spiesen. Chitinestaven, porfier, koude koolkristallen. Mijn
stijve handen tot een kom gevouwen, mijn stijve handen tot een kom gevouwen rond
het oppervlak van je zwarte cranium.
IN REACTOR
De steenrots draait zijn massa tot die in de juiste inkeping komt. Continentale platen kantelen
en splijten. Kom Leatherface mijn geliefde, glijd in het gezicht van het beestiger verlangende geheim. Voel het oppervlaktecontact dat kokend hard trilt onder de broze korrelgrenshuid.
Kom, Golem suddert onder het lichaam van onze handen, kruipdieren. Bij de leder‐vervelling van blootgelegde hominiden. Glijd in het massieve tunnelmateriaal van de kus.
Onder het schild kruipt, onder het schild kruipt woedende, orgiastische boulimie. Je in het
vlees eten spugen geliefde en in het vlees gegeten spugen geliefde bij een onbarmhartige
terugkeer van bloedbonkende vleselijke onmacht.
Luisteren, weten, kalibreren: storingen uit de nobusferen van de kosmische ruimte.
Het is de dood niet het is de rand laat het vizier neer we willen de donkere materie
losrukken uit elkaars uiterlijke halo scheur stukken sluit de ogen loop richting gletsjer Ivo klimt verwijdert mij en ik verdwijn onder het watervlak scholen zingende vissen tussen de pilaren ik creëer een onderzeeër voel het vleselijke schenden maar zend geen geluidssignalen ik bedwing de platen van de duikbootwand de watermassa‘s.
Ik bedwing de platen van de duikbootwand.
Ivo klimt de heroïne zingt.
Voor het geheim in zijn scheefheidsteilte van het Niets.
Warmbloed: De Volksziel danst in de mist, kleuren zwieren rond
op de muren van de liefdestunnel. Het parasitaire ja
knabbelt van binnenuit, draai de hoeven voor en achter, aait een
vijfde hart, vijfwieler, houtpaard!
Kom hier, lachende trojaan. Als de dodelijke angst
binnencrasht , wees een hangbrug over het niets. Kom,
draaibrug over de leegte, het heelal achter zich. Ademend paard,
dampend beest, toernooitortuur in snelle ren en schuimbekkende
galop als gek, de honden ernaast , ze slingeren hun
wildbotten op de stijve velden.
Een levenslang leven. Een levenslange levensvreugde
in tweedracht.
Onmogelijk de geil eisende degen te ontwijken.
De diepzuigkracht van de eterne levenskus.
Lipstick
en mijn lichaamsdelen
verduisterd in de inspirerende
Incredible Deniability
U hebt geen idee
wat een mooie borsten ik heb
Hoe bleke handen
creatief door de netten krimpen
Het vrije net en het donkere
oneindig eenzaam
in mijn algoritmische sequentie
een mis geconfigureerde
open proxy server
wanneer de zwarte doos
zachtjes de zeebodem
nadert
voor de kust van China
Dichter met kater zit op een bal in een stal en zingt
subversieve reggae hits voor een dik wild paard dat
niks snapt en 150 kg moet afvallen. Ze heet Taiga, uit
een Russisch woud, en zoiets moet eigenlijk
liefde heten.
Wie beslist over de vrouwen-valstrik,
is zij het of hij die gevangen wordt ,
wie klapt hem dicht?
Tralies herslepen
tot een getande vulva,
Wie is wie?