thema:

Aurum Nevada

Metaal & Metaalbewerking
In het boek A Thousand Plateaus, van Deleuze en Guattari, stellen ze het concept van de metallurgie (metaalwerking / metaalbewerking) als een fundamentele geleider en transformator van alle materialiteit. In Plateau 12, het hoofdstuk over ‘nomadologie en de oorlogsmachine’ introduceren D&G het idee van een ‘flow of matter’, ‘stroom van materialiteit, die zij in essentie als metaalachtig en metallurgisch omschrijven. Metaal (en metallurgie) zet alles in beweging waarbij ook de klassieke tegenstelling tussen vorm en inhoud (‘matter’) wordt ondermijnd. In metallurgie, zo stellen D&G, zijn er altijd bewerkingen en transformaties waardoor vorm en inhoud altijd energetische en kwalitatieve eigenschappen blijven uitwisselen: smeden, smelten, gieten, blussen, lassen, solderen, hameren, slijpen, bruineren en graveren zijn enkele technieken die D&G noemen waarmee vorm en inhoud steeds weer opnieuw in elkaar overvloeien en transformeren.
Metaal heeft ook een essentiële relatie met muziek: niet alleen vanwege het ritme van de hamer op het aambeeld, de geluiden van slaan, buigen, krassen, blussen en sissen, maar ook en vooral omdat zowel muziek als metallurgie alles in constante modulatie en variatie brengen.
Wat metaal en metallurgie laten zien is de vitaliteit en energie van de materialiteit van de aarde. Metaal is overal aanwezig: zelfs in water, het gras, in hout, en ons lichaam (denk aan het ijzer en koper in ons bloed) – overal kunnen we sporen van metaal terugvinden. Daarom stellen D&G dat metaal de basisconductor is van al het andere dat er is.

Metallurgie & Alchemie
Maar metaal is niet alleen de basisgeleider van alle andere materie, het is ook de basis van de vorming van de immateriële gedachten en ideeën. Hier maken Deleuze en Guattari een sprong naar de alchemie. Ze refereren naar Carl Gustav Jung, die in Psychology & Alchemy stelt dat de symbolische waarde van metaal en andere alchemistische symbolen corresponderen met eigenschappen van de ziel (koper voor warmte, zilver voor puurheid, goud voor spiritualiteit) die ergens nog hun werk doen in het collectieve onbewuste. D&G zijn wel gecharmeerd van Jung maar vinden dat hij eigenlijk niet ver genoeg gaat – de symbolische correspondentie (metaforische vergelijking) houdt nog steeds lichaam en ziel als gescheiden entiteiten. D&G stellen dat alle materie immanente kracht, immanente eigenschappen heeft die tegelijk materieel en immaterieel (energetisch) zijn: ‘The relation between metallurgy and alchemy reposes on the immanent power of corporeality in all matter, and on the “esprit de corps” accompanying it.’ Het is vanuit die immanente (fysieke en energetisch / spirituele) eigenschappen zelf dat een oneindig scala aan verbindingen en transformaties kan optreden (of juist niet optreden; en soms ook weer kan afbreken).

De smid
Alles is dus voortdurend in beweging en in verandering, zowel in de materiele wereld (natuur & cultuur) als in ons denken (individueel & collectief bewuste/onbewuste). Volgens D&G zijn degenen die als eersten met het materiaal werken, het bewerken en transformeren, de mijnwerker en vooral de ambachtelijke metaalbewerkers, de smid, de metallurgist, de kunstenaar; zij zijn belangrijke figuren die de beweeglijkheid en de kracht van het materiaal begrijpen en beïnvloeden. Wanneer D&G de smid als metallurgisch figuur (als persoon en denkfiguur) introduceren benadrukken ze dat deze figuren noch aan de kant van de gesegmenteerde Staat staan, noch aan de kant van de rondtrekkende Nomaden staan:
‘The smiths are ambulant, itinerant. .. Their space is neither the striated space of the sedentary nor the smooth space of the nomad. Smiths may have a tent, they may have a house; they inhabit them in the manner of an “ore bed”, like metal itself, in the manner of a cave or a hole, a hut half or all underground. … (They) transpierce the mountains instead of scaling them, excavate the land instead of striating it, bore holes instead of keeping it smooth, turn the earth into a Swiss cheese.’ (413-414)
D&G noemen de metallurgisten een ‘distrubing group of people,’ verontrustend omdat ze zowel sieraden en gereedschappen als wapens kunnen maken. De hybride metallurgist, een wapen- en gereedschapsmaker communiceert met zowel de Staat en de gevestigde orde, als met de nomaden en het anti-establishment. Deze ambigue status van onze ‘basisgeleiders’ is een belangrijke observatie, die erom vraagt altijd alert te blijven: elke toepassing, elke transformatie is mogelijk.

Mijnbouw – Media
En het idee van de metallurgisten begint natuurlijk met de mijnbouw, daar waar het metaal uit de aarde wordt gehaald. D&G stellen in A Thousand Plateaus zelfs dat het mogelijk is de geschiedenis te schrijven aan de hand van de mijnbouw. Er valt ontzettend veel te zeggen over de historische rol van mijnbouw in de ontwikkeling van technologie (de stoomtrein is voortgekomen uit mijnbouwtechnologie), economie (edelmetalen als basis van ons monetaire systeem) en sociaal-politieke machtsverhoudingen (tussen arbeiders en eigenaren, staats en nomadische mijnbouw; bijvoorbeeld rondom de Serra Pelada, de spontaan ontstane goudmijn in Brazilie in Jaren 80 – met hele wereld eromheen).
Waar ik zelf vooral de nadruk op wil leggen is dat via metaal als hybride basisgeleider het mogelijk is om deze metallurgische lijn van denken in verband te brengen met de hedendaagse mediacultuur. Alle films en andere gemedieerde cultuur kunnen in een zigzaggende technologisch lijn van de aarde naar onze schermen worden gezien. In de eerste plaats omdat de media letterlijk vol zit met metalen en andere materialen uit de aardbodem. Variërend van metallic zilver en zilver halide voor foto chemicaliën tot het goed geleidende goud, zilver en koper en vele andere metalen en mineralen in onze mobiele telefoons, computers en andere elektronische apparaten en wapens (!) Al onze digitale apparaten bevatten veel verschillende edele en onedele metalen, zoveel dat de grondstoffen schaars worden. In die zin zijn al onze media nauw verbonden met de geschiedenis, etnografie en geopolitiek van de mijnbouw.
Aan het andere eind van de keten, wanneer onze elektronische apparaten gebroken of verouderd zijn, zijn er enorme hoeveelheden electronisch afval die we produceren al sinds de tweede helft van de 20e eeuw. In ‘urban mining,’ wordt e-waste (oude mobieltjes, computers en andere electorinica) ingezameld om opnieuw te transformeren in basis- en edelmetalen die weer opnieuw als grondstoffen voor onze apparaten gebruikt kunnen worden. Dus voordat we iets op onze schermen kunt zien, zijn er vele zigzaggende techno-geologische bewegingen als het eerste aspect van de film en andere media.

Mining the Archive
Het is belangrijk te benadrukken dat in het metallurgische denken van D&G de materiële ecologie van film en andere media is verbonden met twee andere ecologische systemen: een sociale en mentale ecologie. Dit concept van de ecologie als een drievoudige zigzaggende gelaagdheid van de fysieke aarde, de sociale wereld en ons bewustzijn (de mentale wereld), die altijd bij elkaar horen is ontwikkeld door Guattari in zijn essay ‘De Drie Ecologieen’; als rhizomatische en metallurgische ecosophy kan het ook worden overal in A Thousand Plateaus gevonden.
Een ecosophy van film bijvoorbeeld, bevat ook een sociale ecologie. Niet alleen als de voorstellingen van het sociale leven op het scherm, maar ook in de context van festivals, cineplexes, woonkamers, sociale media; en zien we het terug in gebaren, houdingen, mode, gedrag en interpersoonlijke relaties die worden gemedieerd door onze machines.
En de mentale ecologie leidt ons naar percepties, inzichten en interpretaties van de wereld; films en andere media nemen deel aan de vorming van de individuele en collectieve bewustzijn. Cinema is niet alleen een representatieve praktijk van de wereld, maar het is een wereld-makende praktijk die een rizomatisch verbinding maakt met de wereld. Deleuze schreef twee boeken over cinema, Het Beweging-Beeld en Het Tijd-Beeld, waarin hij de bijzondere manieren waarop filmmakers als metallurgisten de materiële wereld vorm geven en transformeren in beelden en geluiden, en die uitdrukking geven aan gevoelens en bewustzijn over de wereld.

Follow the Gold
Maar met de ongekende mogelijkheden van onze digitale apparaten zijn we zelf ook metallurgisten geworden. Via Youtube en andere kanalen kunnen beelden worden toegeëigend. Voortdurend zijn we de wereld aan het transformeren, moduleren, smeden en kneden – met alle mogelijkheden en ambiguïteit die dat met zich meebrengt.
Als audio-visueel gedachten experiment heb ik daarom ook zelf een poging gewaagd om sporen van koper, zilver en goud van de mijnen via de verhalen, symbolen en toepassingen te volgen. Wat daarbij heel duidelijk werd (al is het maar een schets bedoeld als voorstudie) is dat elk metaal zo zijn eigen verbindingen aangaat, en op geheel immanente en rizomatische wijze verbonden is met onze aardse, met onze fysieke sociale / historische werkelijkheid en onze immateriele verlangens verbeelding en bewustzijn. Goud brengt daarbij dus geheel eigen verbindingen tot stand (het is niet ‘anything goes’). Goud is bijvoorbeeld te zacht voor wapens (behalve hooguit als fallussymbool), al is het gelijker tijd de oorzaak van vele oorlogen. Wat u gaat zien is een korte (schetsmatige) compilatie van beelden waarin ik het goud volg vanuit de mijnen via allerlei verhalen (van verlangen naar rijkdom, luxe en macht) die daaraan zijn verbonden naar uiteindelijk alchemistische transformaties in zowel de materiele omvorming naar goud als een spirituele transformatie tot sterrenstof.

Follow the gold: https://vimeo.com/148726970

Over de auteur:

Patricia Pisters is hoogleraar filmwetenschap aan de Afdeling Media Studies van de Universiteit van Amsterdam en directeur van de onderzoeksschool ASCA (Amsterdam School of Cultural Analysis). Ze is redacteur van het Open Access Journal Necsus: European Journal of Media Studies. Haar onderzoek beweegt op het grensvlak tussen digitale cultuur, film, filosofie en neuroaesthetiek waarover ze het boek The Neuro-Image publiceerde (Stanford University Press, 2012). Onlangs verscheen haar boek Filming for the Future over het werk van Louis van Gasteren (EYE en AUP, 2016). Op dit moment is ze bezig met een onderzoek naar metallurgie en mediacultuur. Zie ook www.patriciapisters.com