Esther Kinsky (1956) is geboren in Engelskirchen en sinds lang actief als vertaler uit het Pools, Russisch en Engels. Zo vertaalde ze werk van Aleksander Wat en Olga Tokarczuk. In 2009 debuteerde zij als auteur en publiceerde sindsdien twee romans en twee dichtbundels. In 2013 kwam daar het boek Fremdsprechen bij, dat ingaat op het werk als vertaler. Kinsky woonde in London en Toronto en in Battonya, een dorp in Hongarije vlakbij de grens van Roemenië en Servië. Dat laatste is van belang voor de gedichten uit Aufbruch nach Patagonien, waarin ze minutieus stilstaat bij details . Ook haar romans, Sommerfrische en Banatsko, spelen in een vergelijkbaar dorp in het niemandsland tussen drie grenzen waarin de komst van een vreemdeling de orde verstoort en alles onder spanning zet, tot en met de beschrijvingen van het landschap onder grote hitte. Poëzie en proza lopen weinig uiteen bij Esther Kinsky, in beide is ze fijnzinnig waarnemer en subtiel toonzetter. (EL)
Ilyenkor
in de verte
hebben ze riet gesneden
gele
schoven, ontijdig, een aantal
moest vluchten
een aantal
bleef op de vlucht
alles
ligt nu open en bloot
onbeschut moeras, rossig
nest
elders
vlecht men de schutting.
Nu
liggen de krekels te sterven
sprak het kind bij het blauwe
venster nog honderd
laatste adems
of duizend zo klinkt het
als ze de stomme
benen bewegen en zo
door de zomer sjirpen
stap voor stap ter plekke
de klank slijpen
en zo sterven ze nu
in de schaduw van de laatste
zinnia’s sprak het kind.
Komt
de winter, legt
het kind de hand aan
het landschap
schuift het takken
van de bomen goed
voor de sterren
zet het merels
bij de rottende appel op het erf
voelt hun hart even
beurs in de hand
het bergt
wat er te bergen valt, verspreidt sneeuw
over dingen
wist uit
het verouderend spoor.
Árvacska
Zo zou het beeld heten:
chassidische kinderen
laten een vlieger op
in het scherpe
zondagslicht
bij noordenwind
in afwachting
van regen
overal deze bloemen
lila
en geel, de vlieger rood
akkerviooltje
flitst door het hoofd, en ook
árvacska
in een ander land
de vlieger
klimt verder, de kinderen
kijken in hun
onbegrip naar de hemel
overheerst door het kleine
vliegerrood
klein ook
zou het beeld zijn
op witte grond.
____________________________________________
Esther Kinsky (1956), auteur en vertaler. Publicaties: Sommerfrische (roman, 2009), Die ungerührte Schrift des Jahrs (poëzie, 2010), Banatsko (roman, 2010), Aufbruch nach Patagonien (poëzie, 2012), Fremdsprechen
(essay, 2013).
Hélène Gelèns (1967), dichter. Publicaties: niet beginnen bij het hoofd (2006), zet af en zweef (2010). Binnenkort: applaus vanuit het donker.