Eduardo Halfon (1971) werd geboren in Guatemala, maar groeide op in de VS. Inmiddels zijn er tien boeken van hem verschenen, de meeste uitgegeven in Spanje. Zijn werk heeft heel wat aandacht gekregen in het buitenland; waar Guatemalteekse literatuur doorgaans onopgemerkt blijft, wordt Halfons werk zowel binnen als buiten Latijns-Amerika genoemd. In 2007 werd Halfon bijvoorbeeld opgenomen in de selectie van het Hay Festival in Colombia, ‘Bogotá 39’ genaamd: de 39 beste Latijns-Amerikaanse schrijvers van onder de veertig. Met zijn roman La pirueta won hij in 2009 een Spaanse prijs voor korte romans (de Premio Novela Corta José María de Pereda) en El ángel literario kwam in 2004 in de halve finale voor de Premio Herralde de Novela, een belangrijke literaire prijs in Spanje. Niet alleen Spaanstalige landen hebben oog voor Halfon: een aantal van zijn boeken is ook vertaald. Zo verscheen El ángel literario in het Portugees (O anjo literário, Cavalo de Ferro, 2008) en het Italiaans (L’angelo letterario, 2012: Cavallo di Ferro).
El ángel literario (De literaire engel), de roman waaruit het volgende fragment afkomstig is, verscheen voor het eerst in 2004. Thema van het boek is het moment waarop iemand begint met schrijven, de zogenoemde literaire inspiratie. De lezer ontmoet achtereenvolgens Hermann Hesse, Raymond Carver, Ernest Hemingway, Ricardo Piglia en Vladimir Nabokov. Elk van de eerste vijf hoofdstukken behandelt een beslissend moment in het leven van een van deze schrijvers.
Het boek heeft een uiterst fragmentarisch karakter: alinea’s met een verhalende beschrijving van het leven van de vijf auteurs worden onderbroken door stukken waarin een ik-persoon aan het woord is, een schrijver die werkt aan een boek dat sterk lijkt op het boek dat de lezer in handen heeft. In dagboekachtige fragmenten brengt hij verslag uit van een zoektocht naar de oorsprong van het schrijverschap. Doordat de ‘ik’ zijn zoektocht beschrijft, komt de lezer erachter dat de verhalen over Hesse, Carver, Hemingway, Piglia en Nabokov niet zomaar verhalen zijn: er zijn biografieën, autobiografische werken en allerlei andere bronnen gebruikt. Halfon speelt met de conventies rondom genres: het gebruik van bronnen zoals in El ángel literario is een methode die meestal gebruikt wordt in non-fictie, en die, op grond van de inhoud van die bronnen, bij uitstek geschikt is voor de biografie.
Toch is het boek niet zo gemakkelijk als biografie te omschrijven: er is ook nog de ik-persoon, de verteller die ook schrijver is. Deze ‘ik’ schrijft een boek over precies hetzelfde onderwerp, en zijn gedachten sluiten aan bij gebeurtenissen of personages in de verhalen over de vijf schrijvers. De fragmenten waar hij in voorkomt vormen samen een andere vertelling: het verhaal over de creatie van ‘dit boek’ of ‘dit manuscript’, zoals de verteller het telkens noemt, van El ángel literario. Zijn verhalen zijn geen verslag achteraf: telkens weer wordt de tegenwoordige tijd gebruikt. De ‘ik’ in het verhaal is dus aan het schrijven op hetzelfde moment als de lezer het boek in handen heeft. Zijn huidige project is niet zomaar een boek: dat is hetzelfde boek als de lezer in handen heeft, El ángel literario. En zijn naam is ook nog eens Eduardo Halfon, net als die van de echte schrijver van het boek.
El ángel literario is een roman-in-wording, het boek wordt geschreven terwijl je het leest en is pas af als je het uit hebt. Halfon maakt het wordingsproces van het boek, dat normaal voor de lezer verborgen blijft, expliciet. In het hier gepubliceerde op een na laatste hoofdstuk (1) bereikt de dialoog tussen biografie en roman-in-wording zijn hoogtepunt.
Net als Halfon voor zijn roman bronnen gebruikte, heb ik voor mijn vertaling andere werken geraadpleegd, zodat de intertekstualiteit in de Nederlandse tekst gewaarborgd blijft. Naast de door Halfon genoemde werken zijn dat: Nabokovs Geheugen, spreek in de vertaling van Rien Verhoef (Amsterdam: De Bezige Bij 2001) en Het leven van Henry Brulard van Stendhal, in de vertaling van C.N. Lijsen (Amsterdam: De Bezige Bij 1992).
(1) ‘V. Wunderkind’, uit El ángel literario van Eduardo Halfon, Barcelona: Anagrama 2004; pagina’s 111, 112-114, 115-116, 119-120, 123-125).