thema:

Met hardnekkige levenlust

      Françoise Sagan (pseudoniem van Françoise Quoirez) werd geboren in 1935 in het plaatsje Cajarc in de Midi-Pyrénées. Ze verhuisde met haar ouders naar Parijs, waar ze aan de Sorbonne ging studeren. Sagan is vooral bekend vanwege haar debuutroman Bonjour tristesse, die in 1954 werd bekroond met de Prix des Critiques. De vrijheid waarmee Sagan over het gevoelsleven van een jong meisje schrijft bracht evenveel succes als schandaal met zich mee en lang niet iedereen geloofde dat zo’n scherp uitgetekende, fijnzinnige, maar verre van sentimentele roman geschreven kon zijn door het negentienjarige meisje dat Sagan destijds was. Sagan was echter Sagan niet geweest als ze zich de stortvloed aan kritiek en insinuaties al te veel had aangetrokken en volledig in lijn met het beeld dat later van haar zou ontstaan kocht ze van het geld dat Bonjour tristesse haar opleverde haar eerste auto: ‘een Jaguar XK 140, tweedehands, maar bijzonder fraai’, waar ze naar eigen zeggen best wel trots op was.1
      Door het fenomeen Bonjour tristesse zou je bijna vergeten dat Sagan niet alleen zeldzaam verfrissend – want verfrissend is het ook nu nog – over de seksuele ervaringen van een jong meisje kon schrijven, maar nog veel meer menselijks vlijmscherp op papier heeft gezet. Haar personages zijn soms ogenschijnlijk hard, op het cynische af, maar juist hun afkeer van sentiment maakt hen eerlijk als goud. Josée uit Les merveilleux nuages2 leren we kennen wanneer ze op de eerste pagina’s van het boek al moet constateren dat ze echt niet meer van haar echtgenoot houdt. Pas later ontdekken we hoeveel moeite het haar toch nog kost zich van hem los te maken en hoeveel pijn zijn ziekelijke jaloezie en depressies haar hebben gedaan. Maar Josée leeft in het heden en zou het niet in haar hoofd halen haar verdriet van vroeger als excuus te gebruiken voor de dingen die ze nu doet. Het is eerder alsof ze dat verdriet voor ons verborgen had willen houden, alsof het niet háár keuze is dat het toch nog doorsijpelt naar het heden.
      Die houding is kenmerkend voor de personages van Sagan: ze krijgen rake klappen uitgedeeld maar vertikken het stomweg zich over te geven. Ze bijten zich vast in het leven dat hun ondanks alles zo lief is en laten niet meer los. En dat alles niet zonder een flinke dosis zelfrelativering. Dat geldt ook voor Nicole Montagné uit ‘Een ochtend voor het leven’, een vertaling van ‘Un matin pour la vie’. Dit verhaal verscheen in juni 1962 in de Franse Elle en werd in 2012 samen met vier andere korte verhalen voor het eerst in boekvorm uitgegeven als een uitgebreide versie van de reeds bestaande verhalenbundel Musiques de scène.3 Nicole wordt op een ochtend door een collega gebeld met de mededeling dat haar geliefde Parijs over een uur getroffen zal worden door een atoomraket. Wat volgt is een breed palet aan gevoelens van iemand die er helemaal niet op zit te wachten dood te gaan. Ze weet allang wat verdriet is, daar heeft ze – in tegenstelling tot haar vrienden, zo lijkt het – geen naderende dood of nepsensaties voor nodig. De dood komt haar gewoon niet zo goed uit, dat is alles. Ze had zich namelijk net voorgenomen dat ze wilde leven, dat ze koste wat kost, ondanks alles en misschien wel tegen beter weten in wilde leven. Met die hardnekkige levenslust die Sagan Sagan maakt en haar personages onvergetelijk.

1. Uit Françoise Sagan Derrière l’épaule, een boek waarin Sagan terugblikt op haar eigen romans (Parijs: Plon, 1998).
2. In 1962 voor Manteau vertaald door Remco Campert als De wonderlijke wolken.
3. Françoise Sagan, Un matin pour la vie et autres musiques de scène. Parijs: Stock, 2012.

Over de auteur:

Eva Wissenburg (1990) besloot ooit Franse Taal en Cultuur te studeren uit liefde voor literatuur en filosofie. Gaandeweg ontdekte ze dat ze die liefde het best kon botvieren bij het vertalen van teksten en zo kwam ze bij de master Literair Vertalen terecht. In 2013 ontving ze een Talentbeurs Literair Vertalen van het Nederlands Letterenfonds en in 2015 verscheen haar eerste romanvertaling.