Toet-toet (aan Gustave Flaubert)
- De dichter is een schrijver van onleesbare curiosa die altijd hoog moet worden geacht of nee, een ziener die dingen ziet omdat hij arm is of nee, een baardaap die voortdurend op zoek is naar zijn sleutels of nee, een aseksueel wezen dat voor bekoorlijke vrouwen alleen maar tamelijk knappe sonnetten in elkaar weet te flansen of nee, de dichter schrijft op zijn typemachine en zijn koortsgolven terwijl hij zichzelf joints en glazen whisky toedient of nee, de dichter is een knul afkomstig uit de rockmuziek, die daar graag naar zou terugkeren maar is vastgelopen tussen de regels of nee, de dichter is een soort docent (of schoolmeester) die poëzie verdedigt tegen proza of prosodie tegen lyriek of het metrum tegen de typografie of het beeld tegen de tekst of het rijm tegen de alexandrijn of de vertaling tegen het letterlijke of de dichtregel tegen de dichtregel of nee, de dichter is een onstrijdbare onvolwassene die waarheden verkondigt over de misstanden van de moderne maatschappij of nee, een geschikte vent, of misschien toch niet.
Dit is een fragment uit ‘Verwarde noten’. Het gehele stuk wordt gepubliceerd in Terras 05
uit: cipM, ‘De la poésie contemporaine’ (Marseille, 29-04-2000)