Tsjernobylverhalen
Het is een lenteavond, de lucht is zacht, sommigen maken zich klaar voor de nachtdienst, anderen genieten van de avond en de warmte, een echte zwijmelavond.
Het kind vindt ‘atoom’ een fijn woord. Ik leg uit dat het groot, maar ook klein is. ‘Tegelijk?’ vraagt het kind. ‘Ja’, antwoord ik. De rivier de Pripjat is breed en geel, het kind wil dat we erheen gaan. ‘Kunnen we geen oorlogje spelen met atomen?’ ‘Nee, ze zeiden dat het atoom onze arbeider is, niet onze soldaat’, zeg ik. Het is vrijdag, bijna weekend, maar ik ben nerveus, er moet vannacht iets op de centrale zijn gebeurd, er moet iets fout zijn gelopen, ik kan het bijna voelen.
We zagen dat vrachtwagens en overvolle bussen Pripjat verlieten, daar woonde iedereen die in de centrale werkte. We beseften dat er iets ernstigs was gebeurd. De kinderen kwamen thuis uit school, de leraren hadden gezegd … lees meer