Twee gedichten
Laat dan elk gedicht de ongelooflijke dubbelzinnigheid van de wereld weerspiegelen, laat elk gedicht zijn eigen grijswaaier scheppen, zijn raster om de nuances door te lezen, laat elke gedicht onderhevig zijn aan parallax, slachtoffer zijn van partijdigheid, laat elk gedicht een zowel totaal verkeerde als alom bevestigde hypothese zijn, laat elk gedicht een voorbeeld zijn
van zelfgeneratie,
van zelfvoortplanting,
van zelfbeheer,
van zelfbelastering
van zelfontbranding
van zelfvernietiging
van zelfkritiek – maar onder het mom van volmaakte zelfgenoegzaamheid.
Laat elk gedicht zich voeden met lief en met leed, laat het prat gaan op zijn heil en op zijn verdoemenis, laat het een plek zijn voor confrontatie en voor verzoening, laat het fouten kennen en successen, tastende pogingen en heldere ingevingen, laat het de vaste hand van de arbeider in ere houden en het beheerste gebaar van de beul – en laten we eindelijk korte metten maken met het idee dat we … lees meer