Vrouw
1.
Nog in halfslaap beginnen haar overwegingen. Resten van de vorige dag omvattend, maar ook wat bleef van het weerbericht. Zij hoort tot de soort vrouwen die menen dat zij het weer beïnvloeden door hoe zij zich kleden. Gaan ze licht gekleed, dan breekt de zon vroeg of laat wel door. Speelt een licht getinte rok om haar benen dan past het licht zich aan. Maar dit alles nog in halfbewustzijn. Misschien dat een gordijnkier beginnend daglicht doorlaat dat hoop geeft. Ze begint nu de kleren om haar lijf te voelen. De schoenen aan haar voeten. Vorm en kleur dansen voor haar nog gesloten ogen. Niets zaliger dan voorbereidingen in de geest. De voorstellingen hoe haar verschijning zal uitwerken op de omgeving, op straat, bij binnenkomst in een café. Zo bereidt zij zich voor op haar verschijning in het openbaar. Zoals elke dag. Ik ken haar. Weet hoe ze zal … lees meer