Vijf gedichten
Kinderen
Ze verdwenen, in een oogwenk zonder spoor. Bruisende golven, wegrollende tijd elk een buitelende draaikolk, haarkrullen zacht stralend gelach
De stralende zij verdwenen, verflinterd, verflinterd. Voorheen waren ze sterren, vage weerspiegeling op aarde Cherubijnen leenden de allereerste zielsverschijning die van beide vleugels de quantum golflengte weerspiegelden maar sterren zijn te ver van de aarde bevende weerspiegeling
Buitelende tijd, zachte engeltjes weerspiegeling die verdwijnt, te snel verdwijnt
Liefdesdans
Die uitgeputte gezichten zijn ook mijn gezicht, die wanhopige harten zijn ook mijn hart, die vechtende mensen vechten ook allemaal in mij, deze wereld vol mazen is de kleding die ook ik moet dragen, maar die schijnbare gelukken kunnen mijn verlangende ziel niet bevredigen. In iedere flits van blijdschap van de scheppingsgod zie ik het circulerende geluk dat de geheimen accepteert, zijn gigantische, schitterende feniksstaart uitspreiden, en in deze dans van het wrede voortbestaan, mij stevig bij mijn … lees meer