autochtoon
Mijn moedertaal
zit als een allergie in mijn keel vast
Het is alsof ik dood zal gaan als ik haar spreek
Het is alsof ik dood zal gaan als ik dat niet doe
Ik sjouw rond met
Een weekendtas
Een tas vol trucjes
Een overlevingskit
Een koffer met geboden en verboden
Er is geen plek om mijn geschiedenissen
of mijn ikken in- of uit te pakken
Ik probeer me te verplaatsen
zonder al te veel de aandacht te vestigen
op wat ik niet heb
of wat ik kwijt ben
of wat van mij gestolen is
1994: een liefdesgedicht
Ik wil iemand die naar mij zal kijken
en van mij zal houden
zoals witte mensen kijken naar
en houden van
Mandela.
Iemand die mijn herinnering levend houdt
zoals witte mensen Mandela’s nalatenschap levend houden.
Een geliefde die Robbeneiland in mijn achtertuin zal bouwen
en mij ervan overtuigt dat ik een tuin heb
en frisse lucht, een regenboog en vrijheid.
Een soort Waarheid- en Verzoeningscommissiegeliefde.
Je weet niets van de liefde
tot er van je wordt gehouden als van Mandela.
Je weet niets van verraad
tot er van je wordt gehouden als van Mandela.
Je weet geen fuck
tot er van je wordt gehouden als van Mandela.
Je weet geen reet
tot er van je wordt gehouden als van Mandela.
En dit is een van de vele restanten van de slavernij:
geliefd te zijn als Mandela.
verrijzenis
De graven bloeden trauma’s
De herinneringen zeggen, laat mij vrij
De massamoorden zeggen, herinner mij
De graven zeggen, het doet nog altijd pijn
De geraamtes wijzen waar precies
Het bloed zegt, vind mij op de handen van daders
Het bloed zegt, spoel mij van het lijf van slachtoffers
Het bloed zegt, laat de kinderen het bad niet zien
Het bloed zegt, laat de jeugd zich er niet in wassen
Het bloed zegt, het graf is geen plek voor genezing
Er is genoeg bloed vergoten om de landen te karteren die erdoor zijn overspoeld
Er is genoeg bloed voor ons verloren om te sterven
Er is nog genoeg bloed voor ons om te leven
Hun tongen branden in onze monden
Als wij over onze geschiedenis spreken, doven wij het vuur