thema:

Daar zijn ze

Vertaling:

Daar zijn ze.
Dankzij het theater zijn er goede ouders aanwezig, goede blikken.
Agressiviteit is helemaal niet nodig, aangezien alles goed geregeld is, of niet soms! Er is een goede regel.
Jullie, de toeschouwers, zijn daar beneden, wij, de acteurs, hierboven —  jullie hebben die regel geaccepteerd, geaccepteerd dat jullie je mond zouden houden, dat jullie ons zouden laten spreken — in het theater is alles eenvoudig: geen conflicten, alle conflicten zijn geregeld. Jullie zitten op jullie plaats, jullie zijn gerust — wij zijn gerust.
Jullie zien dat wij door hier boven te gaan staan voor jullie een einde hebben gemaakt aan alle conflicten, zolang jullie maar daar beneden blijven.
Ah! Wat mooi! Is het niet mooi als alles goed geregeld is, op orde, als je weet waar de ouders zijn, als hun plaats niet langer leeg is, maar  wel degelijk bezet door deskundigen die weten wat ze er doen en voor wie?
Jullie dachten dat we jullie verrot zouden slaan, dat we zouden profiteren van al deze absolute macht om met jullie af te rekenen.
Welnu, helemaal niet. Dat zullen we niet doen, jullie overrompelen, jullie vermorzelen, helemaal niet.

 

Integendeel, precies het tegenovergestelde van wat jullie alweer voor onvermijdelijk hielden.
Het onverwachte gebeurt! De verrassing!
Stel jullie datgene voor wat jullie altijd hadden gewild, het onbereikbare, ja, het summum! We verhogen jullie, dat kun je wel zeggen. We verhoren jullie.
Jullie dachten dat jullie beneden waren: de plaatsverdeling! Ten opzichte van de verdeling van stemmen en blikken! Jullie zien hoe bedrieglijk de gewone waarneming is! Jullie waren het slachtoffer van een hallucinatie. En kijk! Jullie voelen je al veel dichter bij ons, omdat er geen conflict meer is, de grote theatrale afstand is haast verdwenen — ja, de nachtmerrie verdwijnt.
Ditmaal zijn jullie niet langer onnozel klein grut, de ouders zeggen dat ze jullie erkennen als groten. Ah zo! Het is het woord ’ouder’ dat jullie choqueert — jullie wilden ouders, maar op de uitdrukkelijke voorwaarde dat we die naam voor jullie niet uitspreken — jullie willen graag dat wij jullie ouders zijn, hierboven, in een theatrale relatie, hier, waar er altijd van een theatrale relatie sprake is, maar jullie moeten niets hebben van die naam, waar jullie bang voor zijn. Hij kleineert jullie. Jullie willen degenen zijn die de naam van ouders dragen! Dus dit is wat we gaan doen om dat voor elkaar te krijgen. Als we zeggen dat we allemaal goede ouders zijn — zeggen we: ‘Al diegenen die zich in dit circus bevinden zijn goede ouders voor alle anderen.’
Beeld jullie in dat we ons allen op dit podium bevinden, op dit balkon — we kunnen dat niet echt doen, want dan zou het instorten — maar degenen die hier zijn en die spreken representeren degenen die beneden zijn! Al degenen die aanwezig zijn in het circus zijn hier, en de rest van de wereld is beneden, alsof de hele zaal een paar kilometer gestegen is ten opzichte van de rest van de wereld! We zouden ons, bijvoorbeeld ineens op de top van de Himalaya bevinden, of in een ruimteschip en het universum is daar beneden — maar wij hier zijn stuk voor stuk goede ouders… terwijl zij, de anderen, alle anderen, onze kinderen zijn die nog niet weten dat we goed zijn, goede ouders natuurlijk, en dat wij spreken voor hen, dat we ons tot hen richten (onze achterkleinbroers) en dat wij hen allemaal graag in ons schip zouden willen laten instappen, zodat zij ook niet meer hoeven te lijden onder de afstand waar jullie zelf onder meenden te lijden toen we begonnen, toen jullie nog niet wisten wat wij bekokstoofd hadden. Zo dus, we zijn het eens, hè, wij hierboven, wij willen dat heel de wereld zich bij ons voegt, nietwaar. Kom op, roep luidkeels ‘wij willen dat jullie naar ons toe komen! in het schip Snark!’ ‘Ja, jullie zijn hetzelfde als wij!’ Kom op, roep luid (daarbeneden tot aan het middelpunt van de aarde) (waar onze gevangene opgesloten zit, die we moesten bevrijden — houd je mond, je vergist je van stuk — nu goed, we gaan verder) het is nodig dat van daar waar wij zijn, de aarde ginds beneden, de hele mensheid, ons hoort en opklimt tot bij ons.
Kom, allemaal samen, ‘alle goede ouders’ (terwijl wij staan te brullen en te doen alsof we toneelspelen in Snark, om misschien anderhalve jeugdwerker en een paardenkop te wekken, gebeurt er van alles en nog wat op het echte toneel!)
Roep: ‘Er zijn alleen nog goede ouders’, roep ‘wij zijn helemaal niet meer bang voor het woord “ouders”‘ ‘er is nooit iets anders geweest, er zal nooit iets anders zijn’. Wij hebben het gedaan: de Verrassing, het Onverwachte is verwezenlijkt.
 Wat een mirakel, nietwaar! Wij zijn allen gelijk en wij allen representeren elkaar. We hebben alles in een handomdraai veranderd, hop! Eenvoudigweg omdat we hebben ontdekt dat we de macht hadden en dat we er voor de eerste keer niet langer gebruik van konden maken om kwaad te doen, om de kindjes te koeioneren, om het verschil te beklemtonen met de mensen die die macht niet hadden. Wij hadden die macht alleen maar om het bewustzijn te herstellen dat zij hadden tegenover de hele mensheid.
Luister, misschien is het niet helemaal duidelijk, het is ook zo snel gegaan, alles is misschien te eenvoudig, te onverwachts, dus, dit is wat we gaan doen: morgen komen jullie terug en we nemen de hele situatie door vanaf het begin, en elke dag van ons leven opnieuw, afgesproken.
Nee, serieus! Moet je dat stelletje klootzakken zien! Jullie hebben (… tekst onleesbaar, red.) hadden we eenmaal de macht gehad, dat we jullie niet op jullie bakkes gingen geven! Stelletje sufkoppen. Kom op! Uitkleden! De zweep! Dat ze hen in plakjes snijden! — de praatjes van zo-even waren maar om jullie gerust te stellen, om jullie in de gewenste staat te brengen. Ha! Jullie hebben het zomaar geslikt dat de wereld zou kunnen veranderen, dat jullie daar zouden zijn op het moment waarop hij zou veranderen, dat jullie eindelijk gelijk zouden zijn aan ons. Gespuis dat jullie zijn!
Nog liever creperen dan het miraculeuze programma van zo-even uit te voeren.
Vooruit! Allemaal de put in! In de stront!
Je moet lijden om het paradijs te bereiken en jullie wilden het zomaar voor niets, voor een theatereffect? Geen denken aan! Ja, we gaan jullie afranselen, en daarna zien we wel of we jullie toegang kunnen geven tot die plaats. Hoeveel tijd denken jullie dat wij hebben gerepeteerd (gestudeerd) om het te kennen, dit stuk? Wij hebben hard gewerkt om het te verdienen hier (hierboven) te zijn. Willen jullie tot hier opklimmen, leer dan het stuk, de rollen, smeerlappen! Misbaksels! En zijn jullie niet tevreden, richt jullie tot de directie. Zeg! Ik walg van ze! Nee, ze verdienen niet dat we voor hen spelen.
Dat ze de weg vinden.
Genoeg erover.
Afgelopen!
Donder op! We verachten jullie!
Goedenavond!

 

Dit hebben jullie toch liever, of niet soms.
In wezen is dit wat jullie geruststelt — jullie gaan door als voorheen!
We sluiten het haakje.
Het is ook maar theater dat niets verandert.
We hebben jullie niets geleerd.
Nee? Niets?

Over de auteur:

Jean-Jacques Abrahams (1935-2015) was een Joods-Brusselse activist, auteur en advocaat, die zich voornamelijk toelegde op theater en antipsychiatrie. Van hem verschenen o.a. ‘Dialogue Psychanalytique’ (Les Temps Modernes, 1969), ‘Tu Comprends’ (Tel Quel, 1976), L’homme au magnétophone(Le Sagittaire, 1976), ‘Fuck the Talkies’ (Semiotexte, 1978) en ‘Phallophonie’ (1978, Cistre).

Over de vertaler:

Naninga Lens (Houwaart, 1992) is onderzoekster en kunstenares. Ze studeerde grafiek aan KASK Gent en wijsbegeerte aan de KULeuven. Recent publiceerde ze A/Altona/Altamira (Croxhapox, 2016) in het kader van een onderzoek naar het leven en werk van Jean-Jacques Abrahams (1935-2015), L’homme au magnétophone. Ze woont en werkt in Brussel.