thema:

Rainer Werner Fassbinder

Vertaling:

Ik ben zo lui

Het enige wat ik wil is er goed uitzien en gedichten schrijven

En het enige wat ik doe is gedichten schrijven

omdat mijn tijd om er goed uit te zien nog niet gekomen is. Soms

ga ik staan en weer zitten en denk aan mijn gedichten

Echt, ze zijn zo fantastisch dat ik beroemd zou moeten zijn

En op een dag zou ik er goed genoeg moeten uitzien om ernaast te staan

Misschien zal dat ooit eens gebeuren

Maar niet vandaag

Wat hoe dan ook nog beter zou zijn

Is de vernietiging van het systeem

Dat zulke belachelijke fantasieën bij me opwekt

Moet ik mezelf vernietigen of eerst

Boven aan het systeem proberen te geraken

En daarna mezelf vernietigen, na te zijn geconsacreerd

Door wat hier veracht zal worden?

Terwijl ik je schrijf, luister ik naar NEU! Wat ik wil zeggen is

Dat ik vannacht naar een film probeerde te kijken

Van Rainer Werner Fassbinder

Geen film maar eerder de eerste aflevering van een miniserie,

Je kent het ongetwijfeld, Berlin Alexanderplatz.

Weet je, ik zorg deze week voor de groentetuin

Van twee goede vrienden die echte intellectuelen zijn. De dvd-box

Van Berlin Alexanderplatz staat in hun kast. Ooit begeerde ik heel erg

Een oudere man, ietwat onbeholpen, maar verfijnd, en ik herinner me nog goed

Zijn rode mond bij het uitspreken van het woord FASSBINDER

Terwijl hij zijn zoontje in zijn armen hield. NEU! is echt sexy muziek.

Heb je er ooit naar geluisterd? Ik heb ze pas laat ontdekt, zowat twee maanden geleden

Via een jongen met wie ik tot vorige week nog neukte, misschien komen we elkaar later opnieuw tegen.

Weet je, hoewel ik er melancholisch en uilachtig uitzie, blijf ik een analfabeet op het gebied

Van cultuur; alle sterke dingen die gedaan zijn, zelfs dertig jaar geleden,

Bereiken mij maar maar moeizaam, zo nu en dan, via de mensen die zich verwaardigen om

Hun tijd en superieure kennis met mij te delen.

Ik beschik wel degelijk over een culturele gevoeligheid,

die je bezwaarlijk onverschillig kunt noemen

Maar mijn narcisme is zo overheersend geworden

dat het bijna al mijn tijd in beslag neemt. Er was een periode

Vijf of zes jaar terug dat ik mensen ontmoette die zeiden Ariana,

Heb je The Bitter Tears van Petra Von Kant al gezien? Nee, zei ik dan, nog niet.

Maar ik zou het echt moeten zien; was ik maar een cinefiel! Ik zou beter stoppen met

Middeleeuwse poëzie te lezen, want ik kan immers niet veilig en onbezoedeld blijven

Door me te verbergen achter dingen die zo oud zijn. Mensen die naar films kijken zijn zulke dromers,

Heb ik altijd gezegd, en ik wil er ook één zijn, een dromer, en mezelf voeden met iets sterkers

Dan de dingen waar ik me veilig bij voel omdat er geen levend wezen aan te pas komt.

Ik zou op andere manieren moeten dromen, ambitieuzer; zou dat ook kunnen als ik

Iemand was die naar films kijkt. Maar toen had je er de apparatuur

En geduld voor nodig, veel meer dan vandaag het geval is.

Trouwens, ik heb een paar jaar geleden dan uiteindelijk naar zowat

De helft van The Bitter Tears van Petra Von Kant gekeken. Ik voelde me onwennig

Bij mijn vrouw-zijn. Maar goed

Vannacht probeerde ik naar de eerste aflevering te kijken

Van de revolutionaire filmmaker Rainer Werner Fassbinders Berlin Alexanderplatz

Gebaseerd op de roman van Alfred Döblin, met wie mijn werk trouwens

Vergeleken is, en ik heb wel vijf keer gekeken naar

Het totaalshot waarin de man langs muren in een blakende zon liep, alleen maar om te beseffen

Bij de eerste gesproken woorden van de aflevering, ik denk van een soldaat,

Dat de ondertiteling niet aanstond; en elke keer als ik dacht haar te hebben aangezet,

Bleek ze niet aan te staan, en ik probeerde het keer op keer.

Werd rustiger en rustiger, naarmate de nacht vorderde, rustiger

want steeds gelatener  en ik keek naar

De zon op de groeven van de man zijn gezicht terwijl hij over straat liep

Tot het moment dat er iets in het Duits werd gezegd, en de angst

Die me had bewogen en er de oorzaak van was dat ik zo graag naar een film wou kijken,

Ebde langzaam weg en maakte plaats voor de angst

Die het totaalshot van de film vult, de man wiens gezicht in lichtklonten

Beweegt langs muren waarin verschillende soorten wit bewegen.

Uiteindelijk moest ik aanvaarden dat de ondertiteling niet werkte

En gekweld omdat ik noch een bekende dichter noch een vrouw wier uiterlijk

Overeenkomt met het futloze van haar aspiraties was, dacht ik aan een man

Van wie ik ooit gehouden had, een Duitser genaamd Rainer, die, toen ik hem op een nacht

Naar zijn doopnaam vroeg, “Rainer” zei, op de meest beledigende toon waarop

Een stem kan klinken, want Rainer wist dat ik veel fantasie heb

En ook al eist het kennen van Fassbinder een ander soort verfijndheid

Dan die welke ik me had eigen gemaakt om me af te zonderen van

De wrede en elegante mensen van mijn leeftijd, Rilke

Was iets dat ik kende en dat mijn kortademigheid en openlijk

Bonkend hart ook goed kenden. Nu

Ja. Misschien leer ik ooit wat het betekende om in de jaren zeventig

Een revolutionair te zijn. Die ideeën zijn belangrijk

Voor de culturele elite, die volhoudt

Dat dit systeem omvergeworpen moet worden en dat wat ik aanvaard

Als de ronduit suïcidale massa, eraan meedoen

Is ermee instemmen, niet aanvaard hoeft te worden. Ik moet

Gewoon proberen te slagen zonder te aanvaarden, maar ik haat

Het proberen alleen al. Ik zou de bondgenoot moeten worden

Van alle cultuurcritici die op bepaalde momenten

Van de nacht ook romantisch worden, en het zou wellicht ook mij overkomen

Zodra ik de fantasie loslaat

Dat mijn dromen weer lief kunnen worden

En geparfumeerd, niet langer beklemmend

Enge taferelen waarin ik de cultuur overheers

Zowel als held als heldin, een offeraar die versmelt

Om een pure erts van schoonheid te worden, die werelden schept, laat staan

Dat ik, de erfgename van producten

Aangeleverd in de vorm van iemand anders

Zijn geheimen, overgedragen in films, in boeken, in kledingstukken

Ze moet doorgeven en onderschrijven

Indien ik de waarheid wil vasthouden waarop ze zich richten,

Zowel hun behoedzaamheid als geschiedenis,

de beperkingen ervan, en de obsessies

(die niet de mijne zijn) die ze legitimeren

omdat ze zijn doorgegeven.

Over de auteur:

Ariana Reines (1982) is een Amerikaanse dichteres, theaterauteur, performer en vertaalster. Ze publiceerde o.a. The Cow (2006, bekroond met de Alberta Prize van Fence Books) Coeur de Lion (2007) en Mercury (2011).

Over de vertaler:

Tom Van de Voorde (1974) is dichter en vertaler. Hij publiceert dit voorjaar zijn derde dichtbundel Zwembad de verbeelding, alsook De beloftes van glas, een uitvoerige selectie uit de poëzie van de Amerikaanse dichter Michael Palmer. Met Staša Pavlović werkt hij aan een vertaling van de poëzie van Tomaž Šalamun.