Er is een tijd geweest dat Afrikaanse intellectuelen, woonachtig in in Frankrijk, het noodzakelijk achtten om te reageren op de overweldigende lawine van filosofie, geschiedenis en andere gedachten, die de witte superioriteit alsmaar blijven benadrukken. Onder leiding van dichters Leopold Seda Senghour, Aimé Césaire en Léon Damas kwamen ze met een passend antwoord: Negritude. Hoe anders kun je racisme en de diep gewortelde vooroordelen bestrijden dan hetzelfde middel te gebruiken als dat van de onderdrukker? ‘Naakte vrouw, zwarte vrouw, je bent van een kleur gemaakt die liefde is,’ zong Senghour over de zwarte vrouw, een van de beroemdste gedichten van de van Negritude. Wat in de ogen van de westerlingen barbaars klonk, zoals het verhaal van Chaka, die om de witte mensen te verslaan, zijn geliefde Nolowie aan de goden offerde, zong Senghour: ‘Ik zou haar niet gedood hebben als ik niet zo van haar gehouden had. Ik moest aan mijn twijfels ontsnappen.’ Uit deze negritude-filosofie zou het idee ontstaan om anders naar de Afrikaanse geschiedenis te kijken. Waar leemte aanwezig was, waar historische gebeurtenissen niet te verklaren waren, louter omdat de geschiedschrijvers, overwegend wit, niet echt naar de feiten wilden kijken, moesten deze leemtes door de Afrikaanse geschiedkundigen ingevuld worden. Zoals de leemtes over de oorsprong van Afrikaanse talen en de geschiedenis van Egypte.
De Senegalese wetenschapper Cheik Antah Diop, geïnspireerd door Negritude, betoogde aan de hand vannodige feiten dat de Egyptische geschiedenis niet Arabisch of Westers was, maar Afrikaans. Hij werd bespot, belachelijk gemaakt en gekleineerd, maar zijn bevindingen maken nu deel uit van de tiendelige Algemene Geschiedenis van Afrika.
Het was deze Negritude-beweging die ook Dadié heeft voortgebracht. Overal wordt zijn gedicht nog steeds gelezen. Het gedicht roept soms ongemak op, wat eigenlijk in een notendop de kritiek op de Negritude-beweging is geweest. ‘Een tijger loopt ook niet rond zijn om zijn tigritude te etaleren. Hij maakt krachtige sprongen,’ zei Soyinka. Yambo Ouologuem probeert in zijn roman Het recht van geweld af te rekening met het romantiseren van het Afrikaanse verleden. Maar Negritude blijft voor velen, ook na al die jaren, een bron van inspiratie, trots en geschiedenis.
Dadié, geboren in Ivoorkust in 1916 en nog steeds woonachtig in Abidjan, zou daarom niet herinnerd worden als de schrijver van meesterwerken als de roman Climbié of de uiterst met veel vernuft en genialiteit geschreven verhalenbundel over de avonturen van de beroemde Ananzi de spin, Zwart kleed, maar als de schrijver van dit gedicht.