thema:

De hoofdschakelaar

I

Iemand die zich altijd in achtbanen uitdrukt, zou moeten
weten dat het niets te maken heeft met het omlaag en
omhoog gaan van mondhoeken, het jongste zusje houdt
een spreekbeurt over de moeder die vaak even lang huilt
als dat de appeltaart in de oven moet om een stevige korst
te krijgen en ze vertelt aan haar klasgenoten dat de eettafel
vier stoelen heeft terwijl ze met zijn vijven zijn, de moeder
tijdens de maaltijden er met een strijkijzer naast staat,
overhemden glad strijkt als levenloze bovenlichamen die
zich ook enkel voort kunnen bewegen als iemand hen
opvult, als er één een schroeiplek heeft houdt ze hem
omhoog en zegt: zo ziet mijn hart eruit. Voor het slapen-
gaan eet ze enkel een paar boterhammen bij het aanrecht
met haar rug gebogen zoals zwevers eten, rechtop zou
een verkeerd beeld scheppen, dat anderen niet zien dat
ze een zwaar gevecht voeren tegen iets wat in hen zelf
zit: een lege maag. Onder schooltijd staat de moeder op
pauze wanneer er geen kinderstemmen door het huis
klinken en denkt te horen aan het dichtvallen van de
voordeur of het weggaan voor eeuwig of voor even, soms
zet ze de hoofdschakelaar uit in de meterkast en in haar
hoofd zodat de zusjes haar in het donker vinden, hun
klamme lijven als kaarsvet om haar heen laten smelten,
haar toch weer een achtbaan uit laten kiezen maar dit keer
met een goede zweeftijd om zo licht te worden dat ze even
dat gevoel krijgt wat alleen vogels het best kunnen uiten.

II

Er is iets mis in haar hoofd, een gat als een inkeping in een
rol beschuit maar dan zonder kans op heelheid, het oudste
zusje heeft maar één wens dat ze de moeder niet meer met
voorzichtigheid vast hoeft te houden omdat er altijd kans is op
verkruimelen, zij denkt vaker aan sterven dan aan leven net als
dat het bij hardlopen beter werkt om aan het einde te denken
dan aan begin of tussentijd, kilometers aan hagelslag eten
kinderen in hun jeugd maar de moeder eet enkel het oude
brood dat voor de eenden is bedoeld, in de serre drukt ze haar
neus tegen het raam al ziet ze heus wel dat het regent als zij
alleen in huis is, vest tot aan haar kin dicht: hoe veel lagen
kleding zijn nodig om van isolatie te spreken? Buiten staan
bloemkoolstronken als parapluutjes bescherming te
projecteren, straks komen de kinderen weer thuis en zal ze
de rits van haar vest tot aan haar schouderbladen openen.

III

Appeltaart kan aan meerdere kanten aangesneden worden
maar de benaderwijze van de moeder vergt precisie, je moet
vaker om haar heen draaien om te weten waar je het mes
en waar ze het aansnijpunt kan verwachten zodat het
haar niet in laat zakken of tralies over gezicht maken, het
liefst zou ze een lichaam als bakvorm willen hebben zodat
alles daartussen blijft en ze niet kan breken, op zondag zit
ze met een theedoek over haar hoofd op de bank om alle
mooie momenten van afgelopen week te laten rijzen, als
tijd kan rijpen kan zij ook verrotten en de zusjes weten ook
hoe ze hun honger moeten beperken, strelen door haar
haren zoals ze appeltaart met eigeel bestrijken voor zij
de hitte ingaat, zwartgeblakerd is de moeder een wolf die
pijn en kou weerstaat en tegelijk een vijand zoekt om haar
jagersinstinct, maar zodra het huis weer zoet ruikt, het
evenwicht tussen citroen en suiker goed verdeeld is, maakt
ze van haar lichaam een verjaardag, er mag gemorst worden,
gestoeid en omhelsd, haar hoofd een ballon die niet opstijgt
zodat je hem nooit kwijt zal raken, een blij gezicht erop
getekend dat enkel met een schuursponsje te verwijderen is.

Over de auteur:

Marieke Rijneveld is een Nederlandse schrijver, muzikant en dichter. Werk van haar is gepubliceerd in o.a. de VPRO gids, Das Magazin, De Revisor, Hard//Hoofd, Passionate Platform, Het Liegend Konijn, De Poëziekrant, DW B, Deus ex Machina en Hollands Maandblad. Ze won de Hollands Maandblad Aanmoedigingsbeurs 2014/2015 en de C.C.S Crone Stipendium literatuurbeurs 2015. Naast het schrijven werkt ze op een koeienbedrijf. Juni 2015 verscheen haar debuutbundel Kalfsvlies bij AtlasContact. Momenteel werkt Rijneveld aan haar debuutroman.