Beste Lexicon, ik stierf in jou
zoals een draakvlinder
of een draak in een fles zou doen
Beste Lexia, er is geen verstand
Beste Boek, je was nooit een boek
Panter, je bent niet meer dan een pagina
gescheurd uit een boek
Dwaas Meer, je was de ruïne van een boek
Beste Merline, Allerbeste Lou, de straten hier
hebben hun volheid en hun vaart
als een blinde op een draaimolen
Ooit was ik een brave jongen
maar nu slaap ik uren aan een stuk
Sneeuw, je moet mijn hoofdkussen zijn
Beste Merline, Allerbeste Lou, ik zie een fazant op het hek
terwijl ik dit schrijf
terwijl ik Afrika in brand zie staan bij toeval
in een verkoelende wind
Hatelijke Stad, in de droom was de boom eerst een woord
dan werd hij een kolom in een donkere arcade
Welke tekens voor even en oneven moeten worden gemaakt
Beste George, tot ziens
Krijg je nu je geheugen terug
Wie is iemand en wie is niets
in het spel vroeg ze
De rest kon ik niet verstaan
Ballade van de noodzakelijkheden
De maan is geschoren
waardoor dit medicijn goed is
voor nachtmerries, goed voor zoute tranen.
Hebben we ze niet jarenlang zien groeien
en gloeien in cadmiumwitte blaasjes
tot een ruimte ten slotte vorm krijgt
die niet te meten of kennen is?
Was dat nu wel of niet het doel?
Er ligt een kromme romp—van een vrouw—
in een kooi van oneindige omvang,
oneindig groot en oneindig klein,
met gebleekte botten als tralies.
Er is een humeurige en landerige samenkomst
van heksen die hun rokken optillen
en over stenen hinken,
een wild zwijn met hondenkop,
een trol wiens oren doorntakjes spruiten,
wiens vloeken liedjes zijn
over het ontbinden van vorm
en het toebrengen van schade?
Al die dingen, waarom maken we ze echt
door hun ogen gifgroen te kleuren
en hun gezwollen tongen te splijten?
Het is een vraag die nooit meer
moet worden gesteld. Laat ze, onze schaduwen,
dansen en vreselijke woorden zingen.
voor Augusta