krachtens een raster
Horen jullie dat, zo honen honingprotocollen, haren, uren, begeerte,
bolides, de stortberg brandde. Ruimtewapens stortten neer,
ongeremd als suikerwerk in hotels met binnenbaden. Ik zag dat
de stoeterij in de laagvlaktes aan plunderaars ten offer viel,
of was ’t het wegkwijnen van een winde? Doe iets! Krachtens
een raster! Laat zakken. Knipperend in de dwaze asymptoten kijken.
Ik zag wat gloeide uitgloeien, zag het doven en geleidelijk vervagen.
Ik zag dieren die zichzelf molken. Zag hoe bevers het een of ander
door een zeef draaiden. Ronde hoeves cirkelden, een kudde brak
in paniek dwars door een reusachtig speldenkussen, riet! Ik zag
de opgezweepte blos op de wangen der tenoren. Ik zag gangsters,
kopergroen, gemengde terreinen, mimesis. Vlechtwerk was de wapenhandel
van een taalfamilie. Superieure drugskoeriers zag ik gegrild vlees
en Pekinggroente verorberen. Ik zag: schaakhostessen
deden hun boodschappen in volgzame onmacht, opa’s, plaatsaanwijzers.
Ik keek omhoog naar de hemel. Daar waren grote vogels, trokken
hun lijnen, sloegen af. Alsof zij, ook zij, wezen op een moord.
rododendronrododendron
Horen jullie dat, zo honen honingprotocollen, wees nou eens stil,
sukkel. Maar wat als ik de onveranderlijkheid van het gebrek ontkende?
Zou je daar klare taal voor nodig hebben. Moet je erbij slepen,
plukrijpheid, gewoven, op de glijbaan naar boven geschoven,
het kleinste detail nog, geëlektrificeerd, de signaallampjes
op de transformator van je feeling flakkerden, aan, uit, aan, uit,
aan, aan, aan, aan. Je zou er ook dichterbij moeten, zou gondel,
vork, langoustine zijn. Parasietenaantasting. Haargroei op handen,
op motorkappen en marmer. Naar beneden glijden zou er dan
ongetwijfeld ook een keer bijhoren. Hoe, bedoel je, zou
de rododendron er dan na deze glijpartij uitzien? Juist.
Wie waagde het in de archieven van het Wörlitzer Park
te snuffelen? En hoe zou hij weer terugkomen? Geheelonthouding
deelt de dandy met gepensioneerden en asceten. Maar dandy
alleen zou een aanslag overwegen. Dat je geremd bent,
klopt. Moment! Ik ben helemaal niet geremd!!! Ook dat klopt.
_____________
Uit: Honingprotokolle (Kookbooks, 2012)
Monika Rinck (1969), dichter en essayist. Publicaties: Honigprotokolle (2012), Helle Verwirrung / Rincks Ding- und Tierleben (2009), zum fernbleiben der umarmung (2007), Verzückte Distanzen(2004).
Miek Zwamborn (1973), schrijver, beeldend kunstenaar en vertaler. Publicaties: Oploper (proza, 2000), Vallend hout (proza, 2004) en Het krieken van sepia (gedichten, 2008). Binnenkort: Arno Camenisch, Sez Ner-trilogie.