thema:

Opmerkingen over het onopgemerkte

Vertaling:

Bij de poëzie van Nathalie Quintane

In 1993 leerde Nathalie Quintane in Marseille de dichter Christophe Tarkos kennen, met wie ze poëzie ging voordragen in café’s en het tijdschrift RR oprichtte, een vouwblad op A3-formaat dat ze gratis verspreidden. Een paar jaar later, in 1997, debuteerde ze met twee bundels kort na elkaar: Remarques en Chaussure. In Remarques worden in drie afdelingen achtereenvolgens opmerkingen over ‘de auto’, ‘het huis’ en lichamelijke gewaarwordingen beschreven (waaruit het hier afgedrukte fragment afkomstig is); in Chaussure beperken deze zich maar liefst 150 pagina’s lang tot het fenomeen van de schoen.

De poëzie in beide bundels is poëzie van de waarneming van de wereld, en de uiterst nauwgezette weergave daarvan in taal. In gefragmenteerde vorm worden alledaagse voorwerpen en de gedachten en gewaarwordingen die ze oproepen, beschreven: soms uiterst helder, haast simpel verwoord, soms ook vrij complex. Deze manier van schrijven, waarin Quintane en Tarkos verwant zijn, kan gezien worden als een poging om grip te krijgen op de complexiteit van de wereld, en tegelijkertijd het schijnbaar ‘onooglijke’ een plek te geven in de kunst. Een vorm van anti-elitarisme, en onpretentieusheid die ook in hun bondige titels is terug te zien: Tarkos noemde zijn bundels bijvoorbeeld Vierkanten of Kisten, en Quintane gaf haar bundels, naast Opmerkingen en Schoen, titels als Début en Tomates.

Deze poëzie van het alledaagse ligt in het verlengde van het werk van Francis Ponge, die in Le parti pris des choses (De kant van de dingen) en in Le savon (Zeep) een quasi-objectieve beschrijving geeft van de meest uiteenlopende verschijnselen, zoals een sinaasappel, een oester, een kaars, of water. Een belangrijk verschil is dat Ponge de kenmerken van de voorwerpen inventariseert in afgeronde tekstjes, terwijl Quintanes werk niet-lineair en gefragmenteerd is. Dit impliceert een onuitputtelijkheid, zo niet oneindigheid van alles wat ‘op te merken’ zou zijn – áls we het zouden opmerken. Quintane merkt veel op, en doet dat bovendien met een subtiele humoristische ondertoon die haar werk uniek maakt, en waardoor je haar kunt blijven herlezen.

 

Kiki Coumans vertalingen van de poëzie van Nathalie Quintane zijn te lezen in het nieuwe nummer van Terras, #08 Door de nacht.

Over de auteur:

Nathalie Quintane (1964) debuteerde in 1997 met twee bundels kort na elkaar, Remarques en Chaussure. In beide bundels tekent ze ogenschijnlijk onbetekenende waarnemingen op met grote precisie en humor. Inmiddels heeft ze een oeuvre van achttien titels op haar naam, met als meest recente Descente des médiums en Les années 10. Later dit jaar verschijnt Quintanes eerste bundel in Nederlandse vertaling, Opmerkingen, bij uitgeverij Studio 3005.

Over de vertaler:

Kiki Coumans (1971) studeerde Nederlandse en Franse letterkunde in Amsterdam en Parijs en vertaalt Franse literatuur. Ze vertaalde o.a. proza van Boris Vian en Marguerite Duras, en poëzie van Yves Bonnefoy. Onlangs verscheen De eerste keer dat ik mijn hoed verloor, een Privé-domein van Colette. Daarnaast is ze redacteur van poëzietijdschrift Awater.