De redactie van Terras heeft mij gevraagd om vanuit het perspectief van de beeldende kunst te reageren op de inhoud en de presentatie van de 12e uitgave met titel ‘Catacomben’; een beeldend begrip met een groot associatie volume.
Literatuur en beeldende kunst
Strijd en spanning tussen beide zijn bekend uit het verleden. Niet alleen vanuit religieuze gronden, maar ook vanwege de potentie van het medium zelf. Welke van de Artes Liberales was in staat de ultieme uitdrukking te geven aan het spirituele en het aardse bestaan?
In de Renaissance werd de uitspraak uit de Ars Poetica van Horatius ‘ut pictura poesis’ (poëzie is als schilderkunst) weer actueel en ging men uit van een fundamentele gelijkstelling tussen beide kunstvormen, al bleef er onderhuids altijd wel een zekere rivaliteit.
Sinds Dada en Duchamp is de scheidslijn minder scherp en zijn taal en tekst belangrijke beeldende elementen geworden; de conceptuele kunstenaars bedienden zich zelfs hoofdzakelijk van taal en een aantal Britse kunstenaars waaronder Joseph Kosuth presenteerden zich onder de naam ‘Art and Language’.
De dichter Marcel Broodthaers wordt in de recente kunstgeschiedenis geclaimd door de beeldende kunst maar taal en poëzie bleven zijn muzen die hij inzette en transformeerde tot een van de meest inspirerende oeuvres van de vorige eeuw.
Ik speel in deze graag voor de hommel die kruisbestuift en die beide media met elkaar confronteert.
In het kader van de presentatie van het Terras-nummer ‘Catacomben’ wil ik vanuit deze positie dan ook graag het werk van de kunstenaar Harm Weistra tonen. Tijdens Prospects and Concepts, de presentatie op Art Rotterdam 2017 van de kunstenaars die de Werkbijdrage Jong Talent van het Mondriaan Fonds hadden gekregen, zag ik zijn installatie Seen but Unnoticed.
Deze installatie intrigeerde mij en ik hoopte dat het werk vaker te zien zou zijn. Het werk bestaat uit verschillende grote prints en video’s, waar we hier een aantal beelden van projecteren. Seen but Unnoticed verwijst naar het kantelpunt waarop beelden van oorlogen, rampen en andere menselijke ellende ons niet meer raken. Doordat we overvoerd worden door deze verschrikkelijke beelden via allerlei media, kunnen ze buiten het bewustzijn belanden.
De onverschilligheid voor de getoonde realiteit noemt men ook wel habituation, een begrip afkomstig uit de psychologie; eigenlijk een overlevingsmechanisme waarbij de zich herhalende prikkels worden weggefilterd en er een geneutraliseerde situatie ontstaat zodat men zich kan concentreren op het hier en nu.
De beelden van Harm Weistra proberen dit proces om te draaien.
Carceri dei Danni Collaterali / Prisons of Collateral Damage is de titel van de 5 grote fotocollages. Ze zijn geïnspireerd of liever gezegd gebaseerd op de Carceri d’Invenzione van Piranesi, een serie etsen gemaakt tussen 1745 en 1761 in de traditie van de capriccio: fantasie-assemblages van structuren die niet werkelijk bestaan.
Harm Weistra overdekt als het ware de etsen van Piranesi met transparante fotofragmenten van door de oorlog verwoeste gebouwen in Syrië. De gebombardeerde steden zijn de gevangenissen geworden waarin de Syrische burgers, die niet bij machte zijn om te vluchten, moeten leven. Deze fotocollage, gemaakt van ‘found footage’ op internet, geeft door de gelaagdheid meer diepgang dan de meest realistische film of fotoreportage.
Giambattista Piranesi leefde in de 18e eeuw en was een architect en archeoloog die zijn onderzoek naar de reconstructie van het oude Rome koppelde aan een nieuwe visie op stedenbouw. Hij oriënteerde zich ter plekke en wilde de genius loci vastleggen in zijn schetsen. Naast de constructieve berekeningen en plattegronden was er ook plaats voor het fantastische in zijn onderzoek waardoor zijn tekeningen en etsen nogal verschillen van die in de klassieke handboeken over Romeinse gebouwen. Een ruïne brengt hem op het spoor van een heel stedelijk territorium. Hij reconstrueerde zowel het ondergrondse als het bovengrondse Rome om beter de samenhang te kunnen tonen.
Piranesi laat ons in de ruïne het proces zien dat achter het verval schuilt. Het perspectief lokt ons de diepte in en laat ons het spoor bijster raken.
De Carceri hebben vele kunstenaars geïnspireerd. Melville, Coleridge, Victor Hugo en Baudelaire, Aldous Huxley, Marguerite Yourcenar, om maar een aantal schrijvers en dichters te noemen en naast Escher vele andere kunstenaars en filmmakers.
Het zijn ruimtes die je opsluiten, architectuur die ondoordringbaar en ondefinieerbaar is geworden: “deuren en trappen bieden er geen uitweg en het licht dat binnenvalt verwart en beangstigt. De mens die zelf ten prooi is gevallen aan zijn poging de ruimte te beheersen, de mens als slachtoffer van zijn eigen schepping.”
Al tijdens zijn leven maar ook de eeuwen erna verschenen er vele duidingen en interpretaties van het werk van Piranesi. Er bestaan zowel neoclassicistische, romantische als existentialistische exegeses.
Ulya Vogt-Goknil schrijft het in 1958 eigenlijk heel mooi op in 5 stellingen: 1. Piranesi breekt met het centrale, met het uit een oog bekeken perspectief. Hij haalt het oog uit zijn fixatie en laat het dwalen. 2. Piranesi berooft het licht van zijn bron en verleent het misleidende dwaalwegen 3. Hij ontzet de ruimte door een ontketening van bogen, portalen bruggen, trappen kettingen, ladders en touwen; hij tilt de ruimte uit haar voegen omdat geen vloer het grondvlak, geen plafond de hemel is; we zijn niet opgesloten in een cel maar zijn ballingen in een angstaanjagende onbegrensdheid. 4. Hij verontrust de beschouwer vanwege de aanwezigheid van martelwerktuigen en bouwdelen die op je af lijken te komen. Ten slotte voorspelt Piranesi de grenzeloosheid van deze surrealistische onderwereld een onontkoombaar gedoemd zijn tot ronddolen in de gevangenis van de door de mens gecreëerde wereld.
Toespelingen op wreedheid van keizers en koningen uit de oudheid in de Carceri zoals de vele martelwerktuigen en kerkers relativeren het ideaal en de schoonheid van het oude Rome, hetgeen in de tijd van Piranesi getuigde van een zeer kritische houding.
Gijs Wallis de Vries heeft in 1990 een uitgebreid overzicht en een nieuwe (postmodernistische) interpretatie geschreven in zijn dissertatie Piranesi en het idee van de prachtige stad en onlangs publiceerde hij On the tracks of Piranesi.
“De oudheid is weliswaar verloren, maar is ook herwonnen door inzicht vanuit het verval. Daarom kan Piranesi de ruïne aanvullen tot een ongekend bouwwerk en suggereert hij als het ware de vitaliteit achter het unheimische.”
Nu we de vijf Carceri dei Danni Collaterali van Harm Weistra de hele avond hebben gezien wil ik nog de aandacht vragen voor een ander onderdeel uit de installatie: de video Echo of Falling Man.
In deze video verwerken Weistra & Bal de beelden van homomannen die door Isissoldaten van een hoog gebouw met arabische ornamentiek worden gegooid. Je ziet eerst één vallende, zwevende man en langzaamaan loopt het beeld vol tot een zuil van vallende figuren. In dit werk versmelt deze gebeurtenis met het voor ons Westerlingen iconische beeld van Richard Drew van de man die uit het brandende World Trade Center springt op 9/11.
Weistra & Bal reanimeren deze gebeurtenis en zet aan tot nadenken over oorzaak en gevolg tussen het dodelijke geweld tegen de lgbt-gemeenschap in door Isis bezet gebied en de aanleiding tot The War on Terror.
Maar je wordt in deze video ook verleid door de schoonheid van de val ondanks deze gruwelijke gebeurtenissen. De val van Icarus is in de kunstgeschiedenis een vaak gebruikt beeld waarbij zowel het verlangen om te zweven door het luchtruim als de hoogmoed om de goden te evenaren wordt verbeeld.
Weistra en Bal voegen er een dimensie aan toe met deze video, hoe gruwelijk de aanleiding hiervoor ook is.
Carceri I
Carceri II
Carceri III
Carceri dei Danni Collaterali (Prisons of Collateral Damage)
5 prenten, respectievelijk Carceri I t/m IV
Afmeting: variabel
Oplage: editie van 5 met 2 AP
Jaar: 2017
Techniek: Archival inkjet on Mediajet Museum Natural Silk 300gsm paper, dibond mount, acryl covered, printed by the artist.