thema:

Twee gedichten

Vertaling: ,

 
Het vergeten dialect van het hart

 

Verbijsterend hoe taal bijna kan betekenen

en beangstigend dat ze het toch niet doet. Liefde, zeggen we,

God, zeggen we, Rome en Michiko schrijven we en de woorden

slaan de plank hopeloos mis. We zeggen brood en het betekent

naargelang het land. Frans heeft geen woord voor thuis

en Engels geen woord voor genot. Een volk

in het noorden van India sterft uit omdat hun oude taal

geen tedere woorden kent. Ik droom van verloren

woordenschatten die iets uitdrukken van wat

wij niet langer kunnen. Misschien dat de Etruskische teksten

eindelijk zouden vertellen waarom de paartjes op hun zerken

glimlachen. Misschien ook niet. Toen de duizenden

mysterieuze Sumerische kleitabletten waren vertaald,

leken het bedrijfsarchieven. Maar wat als het

gedichten of psalmen zijn? Mijn vreugde staat gelijk aan

twaalf Ethiopische geiten, stil in het ochtendlicht.

O Heer, Gij zijt zoutplaten en koperen gietelingen,

groots als rijpe gerst die wuift in de machtige wind.

Haar borsten zijn zes witte ossen beladen met rollen

langvezelig Egyptisch katoen. Mijn liefde is honderd

kruiken honing. Scheepsladingen thuya zijn wat

mijn lichaam tegen jouw lichaam wil zeggen. Giraffen zijn dit

smachten in het donker. Misschien is het Minoïsche spiraalschrift

geen taal maar een kaart. Onze diepste gevoelens hebben

geen naam behalve barnsteen, boogschutters, kaneel, paarden en vogels.

 

 

 

 

 

 
 

Lopend naar huis over het eiland

 

Lopend naar huis over de vlakte in het donker.

En Linda die huilt. We zijn weer verzeild geraakt

op een plek waar ik tier en zij lijdt en de maan

komt niet op. We hebben alleen elkaar

maar ik sta te schreeuwen in de regen

en zij huilt als een gewond dier,

wetend dat ze geen kant op kan. Het is moeilijk

te begrijpen hoe we hier door liefde zijn beland.

Over de auteur:

De Amerikaanse dichter Jack Gilbert (1925-2012) debuteerde in 1962 met de bundel Views of Jeopardy, die genomineerd werd voor de PulitzerPrize en werd bekroond met de Yale Younger Poets Prize. Gilbert bracht het grootste deel van zijn leven door in een zelfgekozen literair isolement, onder meer in Italië en op Griekse eilanden. In zijn sterk autobiografische poëzie doet hij verslag van een hartstochtelijk, bijna primitief bestaan. Gilbert publiceerde weinig – zijn tweede bundel,Monolithos, verscheen pas in 1982 – en gold bij leven als een outsider, maar in zijn necrologieën werd hij geprezen als een groot Amerikaans dichter. Op twee bewerkingen door Judith Herzberg na is Gilberts werk nooit eerder in het Nederlands vertaald. 

Over de vertalers:

Joep Stapel schrijft over klassieke muziek in NRC. Hij publiceerde in De Gids en in 2019 verscheen zijn debuutroman Kaf. Stapel zit in de redactie van dodo/nododo (tijdschrift in de geest van Lewis Carroll) en correspondeert met Jur Koksma over ‘anderlandse literatuur’ op het duoblog Arletta. Over hun Gilbert-vertalingen publiceerde hij samen met Jur Koksma in juni 2018 een essay in Filter. Tijdschrift over vertalen.

Jur Koksma is als universitair docent verbonden aan het Radboudumc, waar hij leiding geeft aan een onderzoeksprogramma naar ‘transformatief leren’. Hij studeerde filosofie en biologie en promoveerde in de neurowetenschappen. Koksma is hoofdredacteur van het nonsenstijdschrift dodo/nododo, dat onregelmatig verschijnt en gratis is voor vrienden van het Lewis Carroll Genootschap. Samen met Joep Stapel vertaalde en becommentarieerde hij Carrolls beroemde nonsensgedicht ‘Jabberwocky’ in een uitgave van het LCG. Over hun Gilbert-vertalingen publiceerde hij samen met Joep Stapel in juni 2018 een essay in Filter. Tijdschrift over vertalen.