thema:

Gedichten

Speerstraat

Rolkoffers ratelen over de stoeptegels
van de Marathonweg

een kruidenier en een paleontoloog
halen herinneringen op: waar ze zijn geweest
wat ze hebben gedaan

wat ze hadden willen doen

als ik voor de tweede keer verdwijn
en alleen mijn God zich mij herinnert
zal ik me dan mijn God herinneren?

de God uit de Speerstraat
linksaf tussen de Olympiaweg en de Olympiakade?

het bloemencorso trekt voorbij
de avond valt

nu keert de rust terug
en God begint aan zijn grote droom.
 

Jasonstraat

Ik dacht: ik ben mijn tekst kwijt
maar ik stond alleen maar na te denken

de volle maan schoof door het hemelgewelf
terwijl een kleine wolk zijn schaduw op de aarde wierp

toen ik verder wilde
wist ik niet meer of het in de Amazonenstraat was
of in de Argonautenstraat

het ene vliegtuig na het andere kwam laag over

en de ene student van de Rietveld Academie na de andere
liep met een grote tekenmap door de Jasonstraat

maar dat kan niet, dat was overdag

een grote metronoom slaat heen en weer
maar ik ben niet vatbaar voor de saaie maat
van de wereld om mij heen.
 

Lijn 24

Voorbijganger: is dit een andere wereld?

huisvrouw: het is de Van Tuyll van Serooskerkenweg
daar heb je het Stadionplein en daar de Stadionweg

voorbijganger: met het eindpunt van Lijn 24

kantoorbediende: wij noemen dat het beginpunt

voorbijganger: het lange plantsoen
de melkboer op de hoek, de erker

kantoorbediende: moeder tikt met haar trouwring op het raam
je moet boven komen

voorbijganger: daar heb je de voddenman
en daar gaat de kluizenaar van de Zuidelijke Wandelweg
op zijn fiets

huisvrouw: het wordt donker,
de lichten van het stadion gaan aan

kantoorbediende: daar heb je de auto’s
die naar parkeerplaatsen gaan zoeken.
 

Kimono

Het is nog licht, maar het is ook al donker
nu ik ophou met lezen
en het boek naast me neerleg

de wereld om me heen is een zwartfluwelen kimono
en ik kijk naar de binnenvoering:

een striptekening van een man in de avondwind
die op een fluit loopt te spelen

en laag aan de hemel een volle maan, lijkbleek,
met de schim van iemand die de man bespiedt

nu hou ik op met kijken

straks komen de vleermuizen op insecten jagen
en morgen gaat het stormen, regenen en onweren

een muis loopt naar het houthok
een duif is op weg naar een van de bomen.
 

Wanden met ordners

Dit is wat de advocaat denkt:
je kunt ergens aan beginnen, ermee doorgaan,
en er dan mee ophouden

en wachten, en dan weer verder gaan

hij gaat naar zijn printer,
kijkt of zijn pleitnota daar is aangekomen
en wacht

wacht tot hij de pleitnota kan opbergen in een van de dossiers

omgeven door de geluiden die je alleen hoort wanneer het stil is
en omgeven door wanden met ordners

in een van de wanden een houten deurkozijn
met daarin een openstaande houten deur

een op de grond gewaaid papiertje tegen een stoelpoot

ik moest, ik weet niet,
ik moest wakker worden
en ik merkte dat ik in bed lag en niet meer sliep.
 

Afgifte goederen

Zeven kraaien bij een dooie meeuw
drie advocaten bij een koffieapparaat

oude aantekeningen voor een pleitnota
tussen de contracten en de uitgeprinte e-mails
in een map

ik kon niet slapen vannacht
en ik stond op om nieuwe aantekeningen te maken

de lucht betrekt, de zon breekt door
en er barst een regenbui los

een bordje ‘afgifte goederen’
aan de achterkant van het gebouw

vier catalogi met plaatjes van kantoormeubilair
in een hangmappenla

vijf pruimenpitten bij het houthok.
 

Wildcamera

De wildcamera filmt drie steenmarters
ze spelen met elkaar, ze zijn dronken van gistende pruimen

maar ik weet dat niet
want het is nacht en ik lig in bed

als dood, maar mijn ademhaling gaat door

en mijn hartslag en mijn bloedsomloop,
mijn spijsvertering en het verouderen van mijn huid

ik kan op mijn smartphone niet de buienradar raadplegen:
wat voor weer hebben we over twee uur?

en lig ik dan nog te slapen?

er waait een papiertje voorbij met de tekst ‘gereserveerd’
dat moet op een stoel hebben gelegen

de wildcamera slaat aan
en filmt.

Over de auteur:

Martin Reints (Amsterdam, 1950) publiceerde vijf dichtbundels: Waar ze komt daar is ze (1981), Lichaam en ziel (1992) (bekroond met de Herman Gorterprijs), Tussen de gebeurtenissen (2000), Ballade van de winstwaarschuwing (2005) en Lopende zaken (2010), en een essaybundel: Nacht- en dagwerk (1998) (bekroond met de J. Greshoffprijs).