1.
het gevoel van omgekeerde afhankelijkheid
wanneer je ineens begrijpt
dat al het jouwe niet van jou is
maar slechts
ooit
zal toebehoren
aan een privépersoon
‘van wie ben jij?’ –
behoort niet tot de oorzaken
van generaties,
maar juist vanwege de gevolgen
voel je
dat je naar buiten gaat
als uit een huis
naar de volgende dag.
2.
het gevoel van een klop onder de huid
en het gevoel
van wankel evenwicht
nodig om te lopen
zijn een dekmantel
(doorzichtiger nog en onverwoestbaarder
dan het gewaad van de moeder gods)
voor vijf kwetsbare gevoelens.
onder de mantel weerklinken we stom
met de kloppingen
die ons opzwepen
en onze hoogten en diepten
verstrooien.
3.
het gevoel ontwaakt
en raakt aan de geest:
de geest is uitgerekt
en voelt geen grenzen,
maar waar zij elkaar kruisen
is geen orde
geen rechte hoek
alleen het lot is eenvoudig:
je kan het aanraken
zonder je pijn te doen
aan de zintuigen.
4.
je hebt wind nodig
uit de kern van de aarde
om de warmte van de dood te voelen
en je van haar af te wenden
naar de hitte van de pijn
om als je wakker wordt je been te laten hangen
naar de dennenhouten vloer en te denken aan het bos
niet aan de planken.
5.
als hoogwater een overstroming is
dan is het gevoel een vloed;
en toch blijft het een stroom
hij stroomt van het gesmoltene
over in het verre
en zij, de verte,
stroomt de nabijheid in
vanonder het donkere geraamte, de wortels,
die wat stroomt vertakken
omhoog naar de wolken
‘alles stroomt’
is maar een deel van alles
wat bijeenstroomt.
6.
verduistering-verlichting,
in het geheim werkte
sijpelde
de sleutel
jou versmallend druppelend
je ontwaakt
in de stroom
ruist het hoofd en de zwaarte
maar het gevoel
is naaktheid ook van binnen