thema:

Een landschap en een supermarkt

Vertaling:

Ik was met drie collega’s op weg naar Lissabon en we hadden het over Zwitserland. (We wonen alle vier in Genève, in Franstalig Zwitserland.)

Ik: ‘Vinden jullie Zürich zo leuk?’
Zij: ‘Zeker.’
Ik: ‘Oké, maar als jullie naar Zürich gaan, voelen jullie je dan thuis?’
Zij: ‘Natuurlijk.’
Ik: ‘Maar ze spreken daar Zwitserduits!’
Zij: ‘Daar gaat het niet om. De nette straten…’
Ik: ‘Nee! Maak me niet wijs dat het aan de Zwitserse netheid ligt!’
Zij: ‘Niet alleen… Ook aan de reclameborden, een beetje aan de architectuur, aan de winkels: kortom, je voelt je er in een vertrouwde wereld.’
Ik: ‘Oké, maar in Parijs bijvoorbeeld…’
Zij: ‘Parijs? Hè bah!’
Ik: ‘Maar in Parijs zijn de overeenkomsten toch…’
Zij: ‘Nee, we voelen ons helemaal niet thuis in Parijs! Hou op over Parijs!’
Ik: ‘Oké, maar in Lyon, of in de Provence…’
Zij: ‘Idem dito.’
Ik: ‘Maar verdorie, in Parijs spreken ze Frans! In Lyon en in de Provence spreken ze Frans! Jullie gaan me toch niet vertellen dat jullie je meer thuis voelen in Interlaken?’ (Interlaken is een ansichtkaartenstad in Duitstalig Zwitserland, waar ik nog nooit ben geweest.)
Zij: ‘Jawel, toch wel, ja.’

Die middag leken onze standpunten onverzoenlijk en verzoenden we ons niet met elkaar.

Mijn definitie was linguïstisch bedoeld: ik was vóór alles francofoon. Ik was Quebecs, Waals, Senegalees (hoewel ik niets van Senegal weet), Tunesisch, Corsicaans, Martinikaans.

Hun thuisgevoel hield verband met een bepaalde ambiance, iets in de lucht of in de atmosfeer dat van onze bergen, rivieren en steden kwam, iets in onze houding en onze handdruk, in ons beheer van de groenvoorzieningen en van de openbare afvalbakken.

(We verzoenden ons trouwens wel rond de Portugese spijzen en in de avondzwoelte van Lissabon, die we alle vier het toppunt van heerlijkheid vonden.)

 

*

 

Ik ga vaak naar Charmey, in de Freiburger Alpen. Een mooie wandeling volgt het Jognedal langs de rivier tot in Jaun, vlak voor de bergpas. Na de weiden te hebben bedwongen, met mijn ogen op de bergtoppen boven me, en na me te hebben uitgeput op de paden kom ik in het dorp Jaun, waar ik graag worst met frites eet. En daar ben ik opeens, zonder me er rekenschap van te hebben gegeven, in Duitstalig Zwitserland beland. In alle rust ben ik ergens in het traject de taalgrens overgestoken zonder er iets van te merken. Want hier en daar is alles op alle fronten hetzelfde: Charmey en Jaun, Franstalig en Duitstalig; in Jaun ruikt het gras hetzelfde als in Charmey (of als in Gryon, waar mijn familie een chalet had toen ik klein was); de papieren tafelkleden die ter bescherming op de restauranttafeltjes in Jaun liggen, het geloei van de koeien, de aanblik van de stapels stenen die op de heuvelflank naar beneden rollen: dat komt me allemaal heel vertrouwd voor. Inderdaad, ze spreken er geen Frans. Nou en? In Jaun, in de Duits-Zwitserse bergen, voel ik me buitengewoon thuis, of ik dat nu leuk vind of niet.

Bij een zondagse wandeling ben je vanaf het huis van mijn ouders na tien minuten lopen in Frankrijk. (95% van de grens van het kanton Genève loopt langs Frankrijk, tegen maar 5% langs de rest van Zwitserland.) Vanzelfsprekend gaan veel inwoners van het kanton op zaterdagmiddag boodschappen doen in Frankrijk: bij de Intermarché of bij de Géant. Toen ik nog bij mijn ouders woonde, gingen we altijd naar de Leclerc. Toch vind je bij de Intermarché, de Géant of de Leclerc niet de Koude Thee van de Migros. (De Migros is de grootste supermarktketen van Zwitserland.)

Dat zeiden mijn collega’s tegen me, in Lissabon: ‘In Zürich is een Migros. De Migros, die heb je niet in Parijs!’

Die Koude Thee vind je terug op de reclameborden in Zürich of Interlaken, of in Bulle (vlak onder Charmey en Jaun), maar niet over de grens, niet in Lissabon of in Amsterdam, en inderdaad ook niet in Parijs. (Als je in Frankrijk een ‘Koude Thee’ wilt, moet je dat in het Engels zeggen: ‘Ice Tea’, want anders brengt de ober je een warme drank die hij heeft laten afkoelen, smakeloos en onaantrekkelijk, zonder enig verband met de godendrank van de Migros waar heerlijk veel suiker en citroen in zit.)

Eerlijk gezegd kan ik makkelijk zonder mijn Koude Thee van de Migros en zou ik zo in Portugal, Senegal, Quebec of Nederland kunnen wonen, maar dan weet ik wel dat ik bij terugkeer, als ik er een glas van zou nemen en dat heldere oranje van het drankje weer zou zien, echt het gevoel zou hebben dat ik thuiskwam. Er zou iets vertrouwds van vroeger, een bepaald geurtje van thuis in mijn glas zitten.

Kijk! Ik heb nu net een pak in handen. Op de zijkant staat in drie talen Zutaten / Ingrédients / Ingredienti: we zijn duidelijk in Zwitserland. Maar kijk nou! Er staat ook in grote letters Ice Tea. Krijg nou wat… De echte naam is Ice Tea, niet Koude Thee! … Nou moe! Ik drink het al dertig jaar! Krijg nou wat! Ik was toch echt overtuigd van het tegendeel.

Over de auteur:

Guillaume Rihs (1984) is geboren in Genève en doceert geschiedenis en Engels aan de middelbare school. Zijn debuutroman Aujourd’hui dans le désordre (Kero Editions, 2016) werd bekroond met de Prix des écrivains genevois. De roman verscheen in Nederlandse vertaling onder de titel Vandaag in de chaos bij Ambo/AnthosDe nieuwe roman van Rihs, Un exemple à suivre, zal verschijnen bij Kero in 2017.

Over de vertaler:

Martine Woudt (1957) ontving in 2007 het Elly Jaffé Stipendium voor veelbelovend beginnend vertaler uit het Frans. Inmiddels heeft ze bijna veertig titels op haar naam staan, waaronder het debuut van Guillaume Rihs, Vandaag in de chaos (2016). Ze geeft onder meer les op de VertalersVakschool in Amsterdam.