Blog | , april 30, 2025

München & de King of May – Walk on the Mild Side V

Staande op een eindeloze roltrap richting stationshal, behept ook met de afwijking die trappen zo hard mogelijk op te willen rennen, drong het eens te meer tot me door wat mijn Walks on the Mild Side inhielden: wachten, nadenken en berusten in de situatie. Met volle aandacht voor het moment, dat wel. Ik ben op weg in München om er een prominente poëziebibliotheek te bezoeken: het Lyrik Kabinett in de Amalienstraße. De komende uren wil ik onbereikbaar zijn, tenminste als ik erin slaag mijn iPhone in mijn zak te houden: een summum aan stilte, ruimte en rust. Nu zijn er nog mensen om me heen die anders in het leven blijken te staan. Ze praten! (‘Wat zit er eigenlijk in salami ventricina? Anijs? Vertraging? Keine Entschuldigungen bitte. Scholz is een nono. Venkelzaad? Lijkt me niet lekker. Servus. Zou er sneeuw liggen?’) Het is de taal die ons insneeuwt.

Eenmaal in het Lyrik Kabinett aanbeland ben ik onder de indruk en zie ik dat enige lichamelijke inspanning vereist is. Je moet hier draaien als je de bundels wilt zien. Metershoog staan ze in stalen verrijdbare kasten. Voor de bovenste planken (natuurlijk staat daar wat je nodig hebt) is een trapje op wielen beschikbaar. Alles draait ook vanzelf. Sta je tussen twee kasten – zeg tussen Ring-Schmidt en Pave-Rinf – moet je oppassen niet tussen de poëziebundels bekneld, laat staan geplet te worden. Het zou geen opgepaste dood zijn maar wel een slordige en niet best voor het image van de zo zorgvuldig opgebouwde verzameling. Wat ik wil zien is er, inclusief wat eraan voorafging (obscure debuten en andere jeugdzonden van de dichters op wie ik me richt). Hier en daar een verloren knipsel uit een erg plaatselijke krant, achtergelaten in het boek.

Ik word vereerd met een gesprek vooraf. De onvolprezen Pia-Elisabeth Leuschner hoort me aan, ik moet me op de vriendelijkste manier denkbaar verantwoorden (want wie reist helemaal naar München voor een handjevol poëziebundels die je ook thuis in de kast kunt hebben staan). Maar het gaat nu even om opinie en smaak. Er vliegen namen langs, vanuit het westen (ik) en het oosten (Pia), ik zet me aan het handwerk (draai, baby, draai) en begeef me op weg van de bundels naar de afzonderlijke gedichten. Die kun je niet allemaal overzien – maar ik blijf haken aan ‘Notiz zu Meles Meles’ uit de reeks Minima anthropophilia van de dichter met de allermooiste naam (Mara-Daria Cojocaru) en vervolgens aan ‘FLUG GINSBERG 965’ van Ron Winkler. Ik sla zo spoedig mogelijk aan het vertalen om er nog dichterbij te komen. Winkler en Ginsberg zetten door.

Al dat ontdekken en bladeren en van de wijs gebracht worden werpt je alle kanten op. Langs mysterieuze wegen kom je op onverwachte plekken. Via Ron Winkler en het genoemde, toevallig opgemerkte gedicht stuit ik op een YouTube-filmpje waarin de Amerikaanse beatdichter Allen Ginsberg in Praag – het is 1965, de Praagse lente was zich aan het voltrekken – gekroond wordt tot King of May. Hij wordt rondgereden, hij heeft een gouden kinderkroontje op, zijn lange haren zitten vol kralen en slingers. Hij is er beland toen hij Cuba werd uitgezet en via Tsjecho-Slowakije terug moest vliegen naar huis (de VS wilde even geen contact met Cuba). Hij bleef er een maand hangen, verkende het communisme en vooral de homokringen in de Tsjechische hoofdstad en werd wederom het land uit gezet. Poëzie en politiek hebben niet altijd met elkaar te maken, maar vaker is het tegendeel meer dan waar. En Ginsberg viert zijn kroning, ‘Kral Majales’ vertelt het allemaal met de nodige zelfverering. En met venijn: ‘And the Communists have nothing to offer but fat cheeks and eyeglasses and lying policemen / and the Capitalists proffer Napalm and money in green suitcases to the Naked, / and the Communists create heavy industry but the heart is also heavy and the beautiful engineers are all dead, the secret technicians conspire for their own glamour / in the Future, in the Future, but now drink vodka and lament the Security Forces, / and the Capitalists drink gin and whiskey on airplanes but let Indian brown millions starve’ etc. Op wat voor zijweg ben ik beland? Als je de beelden bekijkt van de kroning van Ginsberg de meikoning, zie je een revolutie die zelfs het grote ego van de beat poet verre overstijgt. Er is meer dan poëzie, er is meer dan ego. Ron Winkler, tot wie ik terugkeer, roept in zijn gedicht de sfeer op – niet van die dagen, maar van het ontdekken van gebeurtenissen die impact hadden, ver voor je geboren werd. Een bijzondere ervaring.

 

 

VLUCHT GINSBERG 965

weg vliegen vanwaar de Smetanarivier kronkelt

vliegen onder uit te schrijven zinnen

vliegen met voor transacties gearrangeerde handen

 

met lange haren vliegen

het lange haar tot lang haar gekapt

met kruitsporen misschien

en met ouwels, onbruikbaar als werpster

 

vliegen zonder sprongboek

 

en met lippen vliegen

die het rood van het communisme goed weergeven

het rood van alcoholconsumptie

het rood van meiroos, meibloed, meianemonen, meibloedmaanmelasse

the red of the howliest month

lippen die bij de felste revolutiegloed passen

lippen die niet praten

lippen die nog dertig jaar niets zullen wreken

 

in een piëta met Ginsbergs oneindige schaduw in de koffiekopjes

aan zijn vingers nog het maomeel van de meivoormaand, as we say:

april

voor London nad Labem, capital of cockney, vergezeld

van molotovcocktails

en blaked beans

do you want your Reality Sandwich with chicken or cheese?

oh Allen Cockmay, Ginsqueen of all of them, vanuit je buik en baard

heb je je eigen dreamdom gemunt

Allenslowakia, where only your allenguage is spoken

one two three four five and sex

and nothing else

 

en vliegen met de smalle, nu gesloten wimperbossen

vliegen met voorhoofden die verlopende grenzen nafronsen

met als overpeinzing voltrokken Elbe-armen

via Kafkaden van riviertjes waar de lente door stroomt en zure golven

fosfaatverbindingen van lente

Kafkaden van onbeteugelde bossen, trouw toegewijd aan hun bodems

in de retorisch gegroeide bergen nog resten van derde sneeuw

vliegen met als afgrond voor te stellen slaap

vliegen met als ronding af te beelden kimmen

vliegen door de schemering die niet meer vertaald wordt

niet meer bewaakt

en het in hoogte verstelbare centrale gesternte is slechts een suffix tussen talen

een officieel goedgekeurde kokarde

 

veel dorpen hebben hun lavalampen aan ’s nachts

de zacht trillende infarctstructuren van de steden

zijn een soort gecodeerde briefjes

zoals de kleine Ruslands die aangesloten zijn op de ademmaskers?

dear heartbeatnik Ginsberg

please grasp the handle of your self

fasten your king pin, your Buddha belt, Jin Ping of May

fasten all your revolution

contre coeur

tot alle officieren huilen

 

vliegen in Marienbadpakken, vliegen in sandalen zogezegd uit den vreemde

vliegen met Marxtekens van de actuele partijdag

Kanaalbeschermers onder de stoelen

en de door de passagiers voor vertrek nog voltooide editie van Švejk

het weer: omgevallen mei (o onverdraagbare verkledigheid des zijns!)

 

vliegen door de autonome randsteden

van door de wind naar elkaar toegeleide wolken

camouflagedampen

vliegen in beslagen landschap

tegen het panorama hardnekkig verstoten

het vibreren van de reis dat dichter naar de vrijheid ging

droog meenemen naar huis

in een regenhabijt

 

vliegen met stiefgrootschoonouderzwaagsters van de boekhouders van het socialisme

die in de rij voor de koninginnen van november onderhevig zijn

aan een geheel eigen blindstaren

verzamelen ze dan meis en voor wie?

vliegen misschien met gecalqueerde lijken in hun bagage, voor altijd opgegeven

met een vita als guerillaschaduw

vliegen met verschillende instellingen van stress-appeal

door een hoogte die je ziet

vliegend verder vliegen

vliegen door het thema zweven

in diverse troostzones emocratiseerd door Irwin Allen Ginsberg, jaargang 26

bijzondere kenmerken: Kaddish, Howl

vliegen

geborgen voor, geboren tegen

vliegen

in een soort uitgesneden vlinder vliegen

(what an amazing buddha-fly)

vliegen, landen, proteststempels oplaaiend in de passen

 

 

Dit gedicht, dit portret van een dichter, dit portret van een land in bewogen tijden is te vinden in Ron Winklers bundel Magma in den Dingen (Schöffling & Co 2021), uiteraard helemaal aanwezig in het Lyrik Kabinett, Amalienstraße München.

 

Walk on the mild side IV – ‘Naxian Memories’ – verscheen op de website van Tijdschrift Filter.

Over de auteur:

Ton Naaijkens (1953), redacteur van Terras en Filter, is vertaler en essayist.