Die wereldkaart, waarop de Atlantische Oceaan staat afgebeeld als een verticale as, ordelijk voor het oog, met daarnaast de Middellandse Zee als centrum van cultuurverspreiding, zouden we toch niet zo snel moeten afdanken Het behelst namelijk een westers narratief dat in twee stappen te vertellen is, in twee stappen en drie watermassa’s: van de Middellandse Zee naar de Atlantische Oceaan en van de Atlantische naar de Stille Oceaan Deze verplaatsing is lineair en ondubbelzinnig, maar ze biedt een kans: een snelle blik op de lange duur van het kapitalisme Kijk, als je je ene vinger hier zet en de andere daar, kun je de Genuese cyclus aangeven met zijn verplaatsing naar Amerika, de Hollandse cyclus met de oprichting van de eerste effectenbeurs in Amsterdam en organisaties als de Verenigde Oostindische Compagnie, de Britse cyclus met Londen als financieel centrum en de productie van ijzer en machines tijdens de industriële revolutie, en tot slot ‒ althans voorlopig – de Noord-Amerikaanse cyclus, met na de Tweede Wereldoorlog de consolidatie van een militair-industrieel complex van tot dan toe ongekende afmetingen Gelukt, meer dan vijf eeuwen in één enkele zin In elke cyclus is sprake van accumulatie, expansie en uitbreiding van het financiële circuit en tevens van strijd om de nieuwe heerschappij In elke cyclus doen zich spanningen, onderbrekingen en omwegen voor Maar allemaal vertellen ze ook een verhaal over een graduele en constante vooruitgang op het gebied van grondstoffen, territoria, talen, culturen en verbeeldingen, en zelfs over episodes uit de diepste slaap Ze vertellen bovendien dat de massa’s der zeeën en oceanen zich door middel van steeds talrijker zeeroutes steeds meer met elkaar hebben verbonden
Zou de poëzie, die gelukkig nog intact is, zich in de marge van die geschiedenis ophouden? Of zal men in elk geval proberen te zien hoe productieprocessen, zelfs in hun verschillen, verweven zijn met de compositie van een gedicht, grondstoffen met analogieën, grote stakingen met een of ander enjambement en de ontdekking van zeeën en oceanen met het vinden van een ritme? Ik had een keer een droom Mij verscheen een grafiek van de cycli vanaf de industriële revolutie tot heden, met hun opkomst, groei en terugval De belangrijkste grondstoffen trokken, vreemd genoeg in de juiste volgorde, aan me voorbij: eerst katoen, daarna steenkool, ijzer en olie en tot slot silicium Ik zag hoe de machines veranderden en ook de motoren van die machines En tegelijk met deze beelden verschenen er woorden of syntagma’s of… Pas toen ik de woorden ‘Beauty is truth, truth is beauty ‒ that is all’ (John Keats, ‘Ode on a Grecian urn’, 1819) zag, realiseerde ik me dat het een vers betrof Die jambische pentameter van Keats draaide weg en verwijderde zich van de draaiende spintol van een spinnende vrouw; en een volgende, van William Carlos Williams, werd lettergreep voor lettergreep in elkaar gezet op een slecht functionerende lopende band Op het laatst verrees een steeds hogere golf die boven mij bleef hangen en zich op mij wilde storten: hij was helemaal van taal gemaakt! Op dat moment werd ik wakker Het was net alsof alles werd overspoeld door de productieprocessen en alsof de taal zelf nu de belangrijkste materie was Ik geloof dat ik mijn kalmte pas hervond toen ik een paar dagen later ontdekte dat die golf uit verzen van Ashbery bestond Eigenlijk hervond ik mijn kalmte pas echt toen ik me één vers in het bijzonder herinnerde: ‘One idea is enough to organise a life and project it’ (John Ashbery, A wave, 1984)
Een bibliotheek waar poëziebundels gescheiden staan van boeken over geschiedenis, filosofie, taalkunde of politiek zou nergens voor dienen bij het schrijven van een ode aan de Stille Oceaan; je hebt eerder eclectische boekenplanken nodig waar de Divina Commedia naast Il lungo XX secolo’ van Giovanni Arrigi staat, het bescheiden boekdeel waarin Marx zich afvraagt: ‘Wat stelt Jupiter nog voor tegenover de bliksemafleider?’ (Karl Marx. Einleitung zur Kritik der politische Ökonomie, 1857) naast Trasumanar e organnizar van Pasolini, een essay van de Argentijn Ezequiel Martínez Estrada over het leven op de Argentijnse pampa naast The Cantos van Pound, Ernest Mandel / Marianne Moore, Jameson / Mariátegui, Pedro Henríquez Ureña en de eerste bladzijden van l’Archéologie du savoir van Foucault, Auerbach dicht bij Kondratjev, E.P. Thompson en Leónidas Lamborghini, Gramsci en Escrito en Cuba van de Chileense dichter Enrique Lihn, et cetera… En niet te versmaden de krantenknipsels uit de economische bijlagen die opgevouwen tussen de bladzijden zitten, verder de dunne boekjes van onze tijdgenoten, natuurlijk een door Mercator gemaakte wereldkaart, een in een hoek staande aardbol, dozen met etiketten met namen van landbouwmaterialen en kopieën van teksten met kleurig aangestreepte passages, haventijdschriften en ongetwijfeld foto’s van familie en geliefden, een cadeau gekregen maneki neko-kat die nog altijd met zijn rechterpoot zwaait, een kapotte muis die om de een of andere reden op een boekenplank bewaard wordt, munten (!), de kurk van een fles wijn die bij een of andere speciale gelegenheid is geopend, en zelfs een jampotje met slakken van een strand aan de Atlantische Oceaan
De rest van Raimondi’s rede is te vinden in Terras #18 ‘Cariben’.