*
eilanden drijven los
tot de zee
vloeibaarder dan de magmakamer
de doordruk en ondergrondse
stollingen bedekt
*
een sikkel van lucht houwt de zee aan land
*
scherper dan de rots die door de ijskap werd bekrast
*
in de schepping van de wereld
draaien windrichtingen tegen elkaar in
ontvouwt zich een oerbos
vermenigvuldigen wieren zich
klinkt de turfmolm in
*
zandstraalt het strand onafgebroken
*
de klok van de zee loopt op ons voor
*
baaien worden verzwegen
golven mengen moeizaam en mistflarden missen
scherpte zoekend naar drasland en dalgrond
raakt de kaart op de achtergrond
*
elke dag worden spaties aangeslagen
de zee splintert open maar wie bewaakt wie
als de rotsen opzwellen verlaagt het water
wordt de vloedlijn plooibaar als een touwtje
meet hol en bol de omtrek raakt bijster
het spoor sluit het eiland af van het eiland
*
een rode wolk waait binnen bereik
de bodem heeft turfmolm omhoog gestuwd
de lucht komt kleuren kijken
*
geen boom kan bestaan aan de hemel
waar takken ruim aan de wind gewiekt
de kaart wordt stil en verbergt wat er leeft
in de transparante kamer valt niets te lezen
alleen de regen op het raam schrijft
in steno de geschiedenis van de lucht
*
droog zal alle graniet blijven
geen enkele helder groene zee kan het kwijt spelen
zo vochtig en omsingeld door water
blijft het rotsvast gespikkeld
op de plek waar de ijstongen verdwenen
*
trouw aan waar onder vandaan verschenen
bestaat ook de kaart uit wat weg viel zoals het veen
het kienhout in zich koestert en
het losgeraakte wier na de storm
*
de kracht van de wind onthult
de tijd is (altijd)
terug te leiden tot het moment waarop iets miniem
in beweging gezet de episode voorafschaduwt
vanuit de lucht lijken de kruinen vol vleugels
het komt niet aan op dit uur
*
kalm als korstmos wacht het land
als de zee opkomt prikken aanstormende meeuwen
golven aan hun snavels