De rivier
In zichzelf, ik weet het, sinds het begin, is de rivier alleen dat wat vervolgt zonder te vragen waarheen, maar ook, zeg ik, ook deze muziek die ik altijd al heb beluisterd, die ik in mijn binnenste zoek en nu vind ik haar eindelijk, iedere dag, languit in de juli-zon: nog een verrassing van het nieuwe bos, die zonder tussenpozen naar het andere toe klinkt, nog onaangetast … Tussen de hoogste schaduwen door, doof voor ieder vaarwel, voor iedere klacht, voorbij zichzelf, wonderbaarlijk in haar verrukte en beslissende doorgang, tussen de oleanders door, onder de helderdere hemel van de toekomst, ligt de rivier die ik onuitputtelijk hoor, haar verborgen loop, vele keren. Een rivier is alleen vorm, ze houdt alleen haar vloeien in, een woede die uit de hoogte komt, een doorzichtige kracht, zoals die van de zielen in de lichamen, altijd gevangen in een bedding en wachtend. Ik weet … lees meer