het was een warme dag
vijfentwintig graden of meer
we liepen langs de rivier
de tram naar Kjelsås en dan door Nydalen langs de Akerselva
gewoon omdat het een warme dag was
en de rivier daar lag
zoals hij daar altijd ligt
zachtjes snorrend
(zei jij)
als Dikkie Dik
(zei jij)
we stonden op een brug
en keken naar het water
jij voelde je tevreden maar wel somber
ik voel me tevreden maar wel somber (zei jij)
een soort brandende weemoed
we kwamen dichter bij de stad
meer mensen
op het bankje buigt de jongen zich naar het meisje en kust haar
op de picknicktafel steken de meisjes de koppen bij elkaar
en we kunnen ze niet horen
op het speelveld gooien jongens en meisjes hun jassen in het gras
en rennen achter elkaar aan
en vaak word ik wakker met mijn dekbed en kussen op de grond
(zei jij)
en vaak word ik wakker en weet ik heel goed waar ik ben
en waarom is het zo simpel om van heel hoog de dingen waar te nemen
(zei jij)
maar bijna onmogelijk hier beneden
de rivier in augustus
een spier die lijkt op een firmament
en de bomen en het pad tussen de bomen
en een brug waar we onderdoor liepen
en jij vroeg je af hoe lang het zou moeten regenen
voor er een hele rivier uit de wolken was geregend
een week?
een maand?
heel augustus striemende, stromende slagregen?
kun je je dat voorstellen?
plasjes die vijvertjes worden
die stroompjes worden
die stromen worden
die aardverschuivingen worden
die een lange rivier worden
een gladde spier
door de nacht