Tekens verspreiden zich
als zaden in de wind
Ben je een haakje
Ben je een dubbele punt
Of een punt die zich verspreidt
de armen uitslaat en
alles omarmt
We vallen
elkaars vorm in en uit
Weven gedachten met de hand
De stem neemt het bij vlagen over
zachtjes, heel zachtjes
vult de toon de ruimte
Ademen,
amper
hier zijn
In al het leven
een stroom naar een ander
Als je uit de tijd treedt
maakt de brekende schakel
de stevige schakels sterker
De regen zingt
de druppel
Het regent al maanden
De seizoenen verliezen richting
Verliezen elke richting, krijgen een richting
Verliezen hun zicht, krijgen een zicht
Verliezen hun gehoor, alles wat ik hoor is
het koor van bijen
dat de tuin heeft verlaten
De woorden vluchten voor de gedachte
Bedekken, verbergen, verstoppen
In ieder woord raakt een gedachte verloren
Het geheugen kan de beleving niet vervangen,
de weg vol gaten naar het huis
waar we lopen omdat we geen andere plek
kunnen bedenken om te zijn
Zware regen
De vogel vliegt op van de tak
Ik verzamel indrukken
terwijl het loof kleur verliest
Het koren waait niet
maar wuift in de wind
Ik mis je omdat ik weet dat je bestaat
In het begin is er
het gevoel, de verwachting, de veronderstelling
Weet je dat je bent begonnen?
De eerste bepalende schetsen
worden in het boek gekrast
Een ontwerp rijpt
door nieuwe ontwerpen
Ik schep voor mezelf een beeld
dat niet af raakt
Zelfs in de kleinste zaadjes
zit een inwendige hemel
Het is van ons
Het is wij
Het is tijd
De klok
meet de uren
rond de navel
Gletsjers kalven af,
rivieren zingen,
het is bekentijd
het is bekkentijd.
Lijven
en knoppen botten uit.
Ik ook. Ik ook. Ik ook.