Micha Andriessen – Een redzame mens
H.H. ter Balkt – Gedichten
Dirk van Weelden – Het nut van de handmatige printer
Onno Kosters – Met de poten in de grond
Seamus Heaney – Gedichten
Mischa Andriessen – Inleiding op Miroslav Penkov
Miroslav Penkov – Makedonia
Maarten Elzinga – ‘Die ich rief, die Geister, / werd’ ich nun nicht los…’
Carte Blanche Maarten Elzinga – Gedichten van F.W. Buri, Les Murray, Philip Hodgins, J.W. Goethe en Victor Segalen
Bernke Klein Zandvoort – Over de snelheid van de montage
Mischa Andriessen – Elk leven is een bouwwerk
Mark Tupin – Gedichten
Mari Alföldy – Talált nö
Zsuzsa Forgács – Hagedissen in de zon en Geklauwde nagels
Hélène Gelèns – Gedichten, waaronder ‘onraad’
Rokus Hofstede – Wat niet gebruikt wordt, slijt
Pierre Bergounioux – De sloop
Jean-Loup Trassard – Hamers, mokers & sleg
Guido Favié – Gedichten
Sascha van der Aa – Tussen skelet en obesitas
Ramond Carver – De vader en Afstand
Han van der Vegt – De gereedschappen van een onbekende wereld
Tom van de Voorde – De dichter is moe
Michael Palmer – Gedichten
Kim Andringa – De tuinman en de dood
Lucien Suel – De dood van een tuinman
Rokus Hofstede – Inleiding op Eugène Savitzkaya
Eugène Savitzkaya – Tafelgereedschap
Kiki Coumans – Het gedicht als machine
Christophe Tarkos – Gedichten
Over de medewerkers